review
Recensie: Total War: Attila
Conclusie
Total War: Attila is een verademing na het teleurstellende Rome II. Het spel werkt vanaf dag één, is nagenoeg vrij van bugs en is goed gebalanceerd. Naast een nieuwe tijdsperiode zijn er ook kenmerkende veranderingen doorgevoerd die het spel doen transformeren in vergelijking met de eerdere delen. Toch bezwijkt Total War: Attila soms onder zijn eigen gewicht en is het daardoor nodeloos complex en met vlagen oneerlijk moeilijk.Total War: Attila is beter en kenmerkend anders dan het initieel gebrekkige Total War: Rome II. Het spel speelt zich af in de tijd van het gebroken Romeinse Rijk, de volksverhuizingen van diverse stammen en de opkomst van de Hunnen. Waar Rome II aanvankelijk onsamenhangend en ongebalanceerd aanvoelde en voornamelijk draaide om de vraag: “welk stuk land ga ik nu veroveren?” is Total War: Attila zijn eigen spel.
De Total War-serie heeft altijd uit twee onderdelen bestaan. Er is de overzichtskaart van in dit geval Europa, Noord-Afrika en een groot gedeelte van het Midden-Oosten. Het gebied is vervolgens in provincies verdeeld, welke weer onderverdeel zijn in steden. Daarnaast zijn er de veldslagen, waar je de controle neemt over maximaal 40 eenheden.
In het eerstgenoemde gedeelte zijn de meeste veranderingen te vinden. Om in de tijdsgeest van de volksverhuizingen en de Hunnen te blijven is het in Attila mogelijk om met zeven van de tien speelbare facties een nieuw thuisland te zoeken. In plaats van traditioneel steden te veroveren en uit te breiden, kun je van ieder leger een stam te maken, welke over zijn eigen gebouwen beschikt. Zodra je niets aan het ontwikkelen bent binnen jouw stam, kun je opzoek gaan naar vruchtbare grond om je stam sneller te laten groeien. Winters in het noorden worden steeds onvergeeflijker en zorgen voor onbewoonbaar land, de Hunnen uit het Oosten zijn met grote legers een geduchte tegenstander. Spelend als migrerende stam is het een kwestie van overleven. Deze nieuwe functie zorgt ervoor dat een andere speelstijl noodzakelijk is ten opzichte van eerdere delen uit de Total War-serie. Het maakt het spel ook moeilijker, in plaats van stad na stad te veroveren, legt het spel meer nadruk op overleven. Als je een meer traditionele speelstijl zoekt, kun je aan de slag als één van de twee barbaarse koninkrijken (welke de optie hebben om te migreren als het nodig is), het West-Romeinse Rijk, Oost-Romeinse Rijk of de Sassaniden.
De tien speelbare facties hebben allemaal hun eigen voordelen, welke bij het starten van de campagne goed toegelicht worden. Het is jammer dat bijna alle barbaarse facties qua eenheden op elkander lijken en de niet-speelbare Keltische facties geen eigen eenheden hebben. De interface om diverse variabelen, waaronder de nieuwe integriteit van leger, is verbeterd. Vaak zijn de menu’s groter dan in de voorgangers en is het makkelijk te zien hoe het gaat met jouw steden of stammen. In het algemeen blijft Total War: Attila een onvergeeflijk spel en gaat van veel voorkennis uit. Het nieuwe politieke systeem, waar je keuzes maakt over jouw familie en hun rol binnen de factie, is daar een goed voorbeeld van. Het familiesysteem bestaat uit twee variabelen die nauwelijks toegelicht worden. Het is vaak onmogelijk om in te schatten welke keuzes leiden tot welk resultaat, wat vaak leidt tot onomkeerbare situatie. Ook de diverse mogelijkheden met migrerende stammen worden belabberd toegelicht en is een kwestie van uitproberen. Dit zorgt ervoor dat de eerste twee of drie campagnes weinig vruchten afwerpen.
De intelligentie van de computerspelers is sterk vooruit gegaan, wat vooral te merken is in de gevechten. Ik heb de computergedreven tegenstander niet één keer in mijn 40 uur met Attila kunnen betrappen op grove fouten of strategische onlogische keuzes. Het is zeker uitdagender om online of met vrienden aan te gaan, maar dit spel geeft meer uitdaging dan in het vorige deel. Diplomatie blijft een heikel punt in Total War-games. Wanneer je met bevriende buren bijvoorbeeld een handelsovereenkomst wilt sluiten, wordt deze vaak afgeslagen. Hoewel beide facties beter zouden worden van de overeenkomst, geeft de computerspeler niet toe. Het spel geeft ook niet aan waar het aan ligt; dit zorgt ervoor dat je elke beurt opnieuw moet kijken of je buren ditmaal redelijker zijn.
De veldslagen zijn even episch als in Rome II, maar werken in dit deel veel beter door een betere balans in de eenheden en minder fouten in het gedrag van de computergedreven tegenstanders. Grafisch zien de landschappen en steden er prachtig uit en het vechtsysteem is verbeterd. Eenheden zijn betrouwbaarder, vechten meer als een eenheid en zijn voorspelbaarder dan in Rome II. Het spel slaat wat door in zijn complexiteit, wat het soms wat moeilijker maakt dan nodig. Echter is Total War: Attila wel een spel dat de speler op ieder gebied uit probeert te dagen en daar vaak in slaagt.