review
Recensie: Love Eternal
Conclusie
Zelfmoord en necrofilie zijn geen luchtige thema's. Toch brengt Eternal Love ze eerder sprookjesachtig dan macaber en duister. Dit is vooral te danken aan het zachtaardige personage van "onze" Robert de Hoog. Toch kan ook hij niet de laag van misplaatste pretenties rondom het onderwerp wegnemen, daarvoor is het allemaal te dik aangezet.De meeste films zouden het onderwerp schuwen, maar Love Eternal duikt er recht bovenop: necrofilie. De film is gebaseerd op een boek van de Japanner (het zou ook niet) Kei Oishi. Ian Harding (Robert de Hoog, die op de Nederlandse slis na overigens best overtuigend Brits kan) is een vervreemde tiener die in zijn jongere jaren al geobsedeerd raakt door de dood: van zijn vader en van een meisje dat hij in het bos vindt. Hij houdt haar dood voor zichzelf en komt er regelmatig om gesprekken in zijn levendige gedachten te voeren. Wanneer zijn moeder hem komt te ontvallen stort Ian in een diep zwart gat en besluit hij zelfmoord te plegen. Tijdens zijn zelfmoordpoging door middel van uitlaatgassen in een luchtdichte auto te laten lopen, ontdekt hij dat er toevalligerwijs even verder in het bos een gehele familie ook hun leven probeert te beëindigen. Uit een soort van nieuwsgierigheid en obsessie met de dood haalt Ian hun tienerdochter uit het busje en neemt haar mee naar huis. Daar speelt hij vadertje-en-moedertje totdat haar lichaam niet meer kan. Hij struint websites af met zelfmoordtips en -communities om zijn volgende zelfmoordbuddy te vinden. Naomi (Pollyanna McIntosh) komt echter op zijn pad en vanaf dat moment begint hij weer meer levenslust te krijgen… voor zover de overduidelijk gestoorde Ian dat kan hebben.
De Hoog overtuigt als de stoïcijnse vreemde vogel Ian. Het is makkelijk om van zijn personage een freakshow te maken, maar zeker in het gedeelte waarin hij Naomi ontmoet wordt Ian heel menselijk gemaakt. Love Eternal is vanaf dat moment niet meer gestoeld op het voyeurisme van een psychopaat volgen, maar een verhaal geworden over mensen die contact proberen te zoeken met hun omgeving – op de beste manier die zij zich kunnen bedenken. Dat daar een hele hoop pretentie mee gemoeid moet gaan, met veel moeilijk te verdragen somberheid, is minder goed te slikken dan de zwarte humor. Het is een vorm van zelfingenomen medelijden en het blijven ronddwalen in je eigen pijn die Eternal Love hier verheerlijkt. Er zijn zat depressieve Franse schrijvers die daar mee wegkomen en het ondraaglijke herkenbaar maken. Love Eternal daarentegen is eerder pedant. De poëzie van de dood en het elkaar vinden in leed komt op die manier niet tot zijn recht.
Dat betekent niet dat de film geen van de juiste snaren weet te raken. Gevoelsmatig komt dankzij de hoge productiekwalteit veel binnenzetten. Regisseur Brendan Muldowney zet prachtige landschappen, muziek en duistere filters in om op elk moment de gevoelens van de personages naar de kijker te spiegelen. Het is knap wanneer de cinematografie het verhaal vertelt wanneer het verhaal dat zelf niet doet. Dat Love Eternal daarmee vooral een gevoelsbelevenis is werkt zowel in zijn voordeel als zijn nadeel: een kwartier eerder in de film had ook een kwartier later kunnen zijn. Het verhaal moddert door zonder ergens naartoe te lijken gaan. Eén van de weinige momenten wanneer er wordt gebroken met de depressieve sleur is wanneer er in de auto wordt gezongen op weg naar een volgende zelfmoordpoging. Uiteindelijk kan iedereen zich ongelukkig voelen en zich daarin herkennen, de kunst is om daar meer mee te doen dan alleen herkenning te verschaffen. Love Eternal komt helaas niet veel verder dan dat. Als het al iets doet is het wel dat je na het zien zeker zin hebt om (levende) mensen op te zoeken.