review
Recensie: Afscheid van de Maan
Conclusie
Dick Tuinders tweede film is broeierig, dromerig en voelt aan als een uiterst persoonlijk (en daardoor wellicht universeel) beeld van een verwarrend tijdperk. De dramatische spanningsboog is wat onevenwichtig, maar de aandacht voor het beeld en de kinderlijke, open blik maken veel goed.Het is het jaar 1972, een nieuwbouwflat aan de rand van een provinciedorp verbeeldt de belofte van een voor iedereen toegankelijke welvaart. De twaalfjarige Duch (Ward Jansen) is geobsedeerd door ruimtevaart en zijn in eenzaamheid wegkwijnende buurmeisje en oppas, de schippersvrouw Mary (Elise Schaap). Als een vrijgevochten woongroep de flat intrekt en de progressieve idealen uit de grote stad meebrengt, weet vader Bob (Marcel Hensema) niet hoe snel hij zijn ingedutte huwelijk met Piet (Lotte Proot) moet verlaten voor kunstenares Loes (Pauline Greidanus), twee appartementen verderop. Alles lijkt te veranderen, alle verhoudingen zijn plots verschoven, maar hoe dan precies, dat is voor Duch en zijn jongere zusje Esther (Dana Zelcer) niet duidelijk. Wanneer de NASA stopt met bemande vluchten naar de maan, rijst de vraag hoe zaligmakend alle nieuw verworven vrijheden zijn en waar deze ophouden.
Thematisch (het verlies van Neerlands vermeende onschuld) en zelfs narratief (een straat/etage als microcosmos, een vader die zijn seksuele bevrediging buitenshuis moet zoeken, het kind dat zich via een vreemd meisje aan de huiselijke situatie probeert te onttrekken) doet de film denken aan De Noorderlingen, maar de sfeer is totaal anders. De rijke roomse symboliek van Van Warmerdam maakt hier plaats voor een veel subtieler en ingetogener soort beeldtaal: de vervreemding komt voort uit de lichtinval op het pulserende behang, het dromerige spel (vooral van de jonge Ward Jansen als Duch en buurvrouw Mary, gespeeld door Elise Schaap) en de geïsoleerde locatie, hoog boven de echte wereld, die slechts binnen dringt via nieuwsflarden van radio en televisie. De RAF en kernwapens: het zijn berichten uit een andere wereld.
Net zoals de vooruitgang van de jaren zestig in de eerste helft van de jaren zeventig langzamerhand tot een einde kwam, gaat de film met een razend tempo van start om vervolgens, wanneer Bob is ingetrokken bij de buurvrouw, te stagneren. De tijdsduur is dramaturgisch dan ook goed te verantwoorden, maar het zorgt er wel voor dat de tweede helft van de film bij vlagen een beetje stuurloos voortkabbelt. Gelukkig gebeurt er nog genoeg in beeld en geluid en lijken de twee nieuw ontstane, gebroken gezinnen meer op elkaar te lijken dan ze willen toegeven. Zelfs de enorme kloof tussen de bubblegumpop van David Cassidy, wiens poster bij Piet aan de deur prijkt, en de gitaarwalmen van Funkadelics Maggot Brain, die bij Loes thuis klinkt, is te overbruggen.
Afscheid van de Maan wordt op de affiches aangeprezen als ‘een hippe komedie over de jaren ’70 zoals het werkelijk was’. Tuinder maakte echter geen historische film, niet bloss zeigen wie es eigentlich gewesen, maar eerder een impressionistisch en subtiel symbolisch etagedrama over de vervreemding die de vermeende vernieuwing van de jaren zeventig met zich meebracht. Hoewel de vorm veel consistenter is dan in eerder werk, toont Tuinder zich boven verhalenverteller vooral een verfijnd beeldend regisseur, die de toeschouwer deelgenoot weet te maken van een persoonlijke beleving.