Doorgaan naar artikel
Recensie: Transcendence
Wouter van Dis
Wouter van Dis
Profiel

Conclusie

Transcendence is gestoeld op een aardig idee, maar heeft een uitwerking die veel te wensen overlaat. Het script probeert te veel ideeën en personages bij elkaar te brengen, maar slaagt daar geen enkele keer in. Het spektakel blijft voor een zomerblockbuster ook nog eens veelal uit. Het resultaat is jammerlijk wisselvallig.

De gegevens klopten aanvankelijk allemaal voor Transcendence. Johnny Depp in een groot sci-fiavontuur door de regisseur die al die Nolanfilms (The Dark Knight, Inception) zo spectaculair weergaf: voormalig camera-man Wally Pfister levert met Transcendence zijn eerste speelfilm af. Het script komt eveneens van een ‘first-timer’, en helaas valt deze onervarenheid aan alles te merken. Visueel ziet de film er wel geweldig uit. Er zit veel beweging in en ook de visuele effecten komen goed over op het grote scherm. Alle andere factoren vallen echter tegen.

Ten eerste schiet het verhaal tekort. Depp speelt een wetenschapper die zich bezig houdt met artificiële intelligentie. Kan de mens een machine bouwen die zelfstandig kan denken en bewust is van zichzelf? Deze laatste vraag noemt het personage van Depp Transcendence, de afwezigheid van zelfbewustzijn is immers hetgeen dat machines van mensen onderscheid. Depp heeft hierop het antwoord gevonden en heeft een machine gebouwd die enorm veel informatie kan verwerken en zelf kan nadenken. In een stroomversnelling van plotlijnen wordt Depp uiteindelijk zelf in de machine geüpload en wordt hij een superieure computer (of mens?) die de wereld gaat veranderen. De rest van de film buigt zich vervolgens over twee hoofdvragen. Is Depp in de computer nog een mens en kun je er nog een menselijke relatie mee hebben en zijn machines die alle data in de wereld kunnen bevatten, juist gevaarlijk of bruikbaar voor de mens? Het probleem in Transcendence is dat het niet bij deze twee vragen blijft. Er komt nog een keur aan Hollywoodsterren voorbij die ook nog eens een Terminatorachtige strijd van mens tegen machine moet overdoen; zij spelen terroristische groepen spelen die niets goeds zien in het menselijke gebruik van machines en Morgan Freeman die weer een paar minuten willekeurig zijn hoofd laat zien.

De hoofdvragen die Transcendence stelt zijn ook weleens beter uitgewerkt in andere films. Recentelijk nog bracht Her (2013) met al zijn onvolmaaktheden wél een treffend beeld van de relatie tussen een mens en computer. Hier proberen Depp en zijn filmvrouw Rebecca Hall in alle macht in de drie dialogen die ze hebben een gelijksoortige relatie weer te geven. Daarbij komen ook nog alle toepassingen van een supercomputer die werkelijk alles kan analyseren en leidt tot angsten over het voortbestaan van de mens. Wat is de mens? Wat is een computer? Hoe kunnen zich die tot elkaar verhouden? Het wordt nu al snel duidelijk dat Transcendence veel te veel vragen wil beantwoorden, temeer omdat het tegelijkertijd ook een grootste actiefilm wil zijn. Misschien zal later blijken dat Pfister een heel andere film in zijn hoofd had en dat de filmstudios er een wat meer generieke actiefilm van wilden maken. Het idee is namelijk wel aardig: de hybride computer/mens Depp heeft als superdataprocessor namelijk wel het beste voor met de mens en de wereld. Het leidt al snel tot nieuwe gewassen/medicijnen en andere zaken die het leven verbeteren. In zekere zin is het de anti-Terminator: zelfbewuste supercomputers kunnen ook gewoon een toevoeging op het leven zijn. En dat is op dit moment wel een aardige toevoeging in een debat waar ‘big data’ vaak alleen als het grote kwaad wordt afgedaan.