Doorgaan naar artikel
Recensie: Paranoia
Rick Hoving
Rick Hoving
Profiel

Conclusie

Paranoia noemt zichzelf een psychologische techno-thriller, maar kan zo mogelijk niet verder verwijderd zijn van beide. Ondanks pogingen om intelligent over te komen vervalt de film al snel in clichés en achterhaalde slimmigheidjes. Robert Luketic snapt niks van de Silicon Valley-cultuur noch van technisch vernuft en cast zowel Harrison Ford en Gary Oldman in hun slechtste rollen sinds tijden.

Lees gelijk even mee hoe Paranoia zijn krediet binnen de eerste twintig minuten compleet verspilt. Adam Cassidy (Liam Hemsworth) is een jong talent bij Wyatt Corporation. Hij en een team van aanstormende superbriljante uitblinkers hebben de kans gekregen om maanden met het geld van Wyatt Corporation aan een nieuw project te werken. Wanneer ze een nieuw sociaal medium presenteren aan directeur Nicholas Wyatt (Gary Oldman) lijkt deze allesbehalve geïnteresseerd of benieuwd te zijn wat dit groepje de afgelopen maanden op zijn kosten hebben gepresteerd. Wanneer Adam hem aanspreekt op zijn hufterige houding maakt Wyatt hun belachelijke “alle social media op een televisiebeeldscherm”-idee met de grond gelijk en wijst de gehele groep de deur. Ze kunnen hun spullen inpakken.

Daarop besluit Adam zijn vrienden te trakteren met het laatste projectgeld op de creditcard, want consequenties bestaan niet in de wereld van Adam Cassidy. Raar maar waar wordt Adam de volgende dag opeens in een zwarte auto met geblindeerde ramen meegesleurd naar Wyatt. Of hij wel eventjes die duizenden dollars wil terugbetalen. Die heeft hij natuurlijk niet. Dan komt het briljante plan van Wyatt, om deze slampamper (die hij nog geen vijf minuten geleden betichtte van middelmatigheid) te laten spioneren bij zijn grootste concurrent Jock Goddard (Harrison Ford). Herinner mij er aan, dat wanneer ik een keiharde zakentycoon word, dat ik gewoon professionele spionnen inhuur. De eerste twintig minuten zitten al boordevol plotgaten. En dan heb je nog een heel lange weg voor de boeg.

Niemand lijkt ooit de vraag te stellen: “waarom?”. Het plot zit dichtgetimmerd: iedereen doet wat van hem gevraagd wordt. Goddard heeft geen enkele moeite Adam per direct in zijn meest intieme kringen op te nemen. Goddards protegé en compleet non-personage Emma (Amber Heard) heeft geen enkele moeite om per direct de lakens met deze mooiboy te delen. Kennelijk slaat de training aan van Wyatts psychologe Dr. Judith Bolton (Embeth Davidtz), die geweldige soundbites produceert als: “Ik hoef maar een blik op je te werpen om je te vertellen waarom je gefaald hebt in je leven”, en overtuigt Adam daarom iedereen. Iedereen is een karikatuur of nietszeggend en het ergste is dat het acteerwerk van zowel Ford als Oldman helemaal niks aan de film toevoegt. Paranoia stevent al zo’n anderhalf uur op de enige logische onthulling af: Goddard wist ’t allemaal al. Toch wordt dit gepresenteerd als een openbaring van ongekend formaat. Terwijl het enige verontrustende en onthullende is dat Emma niet eens iets van Adam wilde behalve zijn liefje zijn.

Dat een thriller geen enkele thrills oplevert is kwalijk. Dat de regisseur vervolgens een setting kiest waar hij bar weinig van af lijkt te weten misschien nog wel meer. Wanneer Adam wordt gekaapt door de handlangers van Wyatt vraagt Adam zich al ronddraaiend met z’n mobieltje af hoe ze hem toch ooit hebben kunnen vinden. Het duurt zelfs nog een paar seconden nadat de chauffeur een blik op zijn telefoon werpt voor Adam om het uit te vogelen. En dit is het genie dat zometeen spion wordt. Even later in de film wordt Adam een probleem voorgelegd: hij moet een gefaald sociaal medium redden, waarbij gebruikers constant hun gps-locatie doorgeven. Niet geheel onverwachts was er niet echt een markt voor deze gratis Big Brother. Even voor de duidelijkheid: we moeten aannemen dat één van de grootste spelers op de hightechmarkt dit concept ooit heeft bedacht. Adam komt op het idee dit medium door militairen te laten gebruiken, zodat ze net als in computerspelletjes een minikaartje zien met de positie van hun collega’s. De praktische uitvoering wordt even achterwege gelaten. Alsof er van elk gebouw altijd een plattegrond beschikbaar is, noch wordt er gesproken over hoe onhandig het is om tijdens een vuurgevecht constant op je mobiel te moeten kijken.

Het zijn allemaal ideeën over technologie die je eerder verwacht aan het begin van de eeuwwisseling. Overigens belden ook de jaren ’90 om hun computergraphics terug te vragen. De rest van de cinematografie is even oubollig en afgezaagd. De ongeïnspireerde shots veréénzelvigen zich in al hun nietszeggendheid met het plot; het montagewerk daarentegen is wel origineel voor een miljoenenspeelfilm, maar op de “raar en amateuristisch”-manier. Niet elke film hoeft geweldig geschoten te zijn, noch een ijzersterk verhaal te hebben, of zelfs superieur acteerwerk. Maar het zou in ieder geval moeten proberen iets goed te doen. Paranoia daarentegen maakt het wel heel erg bont.