nieuws
The Elder Scrolls Online: Eerste Indruk (PC/Mac)
Plus
The Elder Scrolls Online spelen want…
- ESO lijkt waanzinnig veel te bieden, zowel qua oppervlakte als inhoud;
- De gameplay is toegankelijk en veelzijdig, maar biedt uitdaging én diepgang;
- De sfeer van the Elder Scrolls is intact gebleven en het spel ziet er prachtig uit;
- Tamriel loopt over van karakter – er zit detail in elk hoekje;
- Zowel PvP als PvE hebben een hoop aandacht gekregen, voor ieder wat wils.
Min
The Elder Scrolls Online vermijden want…
- Je hebt geen geduld voor verkenning en de relatief tragere vooruitgang;
- Elder Scrolls-spellen blijven vrij stijve en toegewijde RPG’s;
- Skyrim was prima te doen in je eentje en je hoeft geen bunnyhoppers in je eeuwenoude ruïnes.
Character Creation
Hoofd, schouders, knie en bondgenootschap
Ik weet niet wat ik kan zeggen over The Elder Scrolls Online (ESO), Zenimax’ Mass Multiplayer Online Role Playing Game. Het spel is enorm. Niet alleen in de formaat van het speelveld, dat zo ongeveer de helft van Tamriel beslaat (wat liefhebbers zullen herkennen als het kolossale continent waarvan Skyrim maar een klein deel uit maakt), maar ook de voortgang van je personage gaat minder hard dan je misschien gewend bent. Na ongeveer een werkweek spelen heb ik het gevoel alsof ik de ware grootte van het spel hooguit geblinddoekt afgetast heb.
Vrijwel alle bekende aspecten uit de Elder Scrolls-reeks zijn ook hier terug te vinden. De gebruikelijke lijst aan speelbare rassen is terug, van de katachtige Khajiit en de reptielachtige Argonians, tot de koppige Orcs en de stuk voor stuk arrogante High Elves. Elk van de rassen heeft een unieke vormgeving en eigen stijl in uitrusting. Ook in ESO is het mogelijk om alles aan je personage te veranderen: niet alleen je geslacht, maar ook uiterlijke kenmerken als de kromming van je neus tot je “posterior dimensions”, ofwel het formaat van je zitvlak. Elder Scrolls Online is ook verdeeld in drie strijdende facties: de Aldmeri Dominion (High Elves, Wood Elves en Khajiit), het Ebonheart Pact (Argonians, Dark Elves en Nords) en het Daggerfall Convenant (Redguard, Bretons en Orcs).
Vervolgens kun je kiezen uit vier verschillende klassen: Dragonknight, Sorcerer, Nightblade en Templar. Dit lijkt niet veel, maar het progressiesysteem van je personage biedt zo veel vrijheid en veelzijdigheid, dat het een eitje is om een uniek personage te maken in zowel uiterlijk als speelstijl. Een Templar kan bijvoorbeeld investeren in ondersteunende of genezende spreuken en defensieve bonussen, maar kan net zo goed met agressievere, verstorende vaardigheden overweg. Door skill points te steken in bepaalde categorieën, die reiken van vaardigheden van je klasse, tot specialisaties in light, medium of heavy armor en allerlei wapencategorieën. Door daadwerkelijk je skills te gebruiken werk je naar het vrijspelen van nieuwe skills in dezelfde categorie. De vredelievendere speler kan juist ook skill points investeren in crafting, maar daarover zometeen meer. Denk wel na over welke richting je op wil, want het is onmogelijk om alles tegelijk te doen. Het is uiteindelijk wel mogelijk om skill points helemaal terug te zetten, maar dat heeft ook weer een prijs.
Campaign
Vestige, een held van dertien in een dozijn
Voor mij begon het avontuur met Ta’Alna-Zi, een norse Redguard Templar uit het woestijnachtige Hammerfell. Hij heeft een voorliefde voor het zwaard en schild en smeedt zijn eigen uitrusting. Verder houdt hij van katten en de zee, heeft hij een aapje achter zich aan hollen en heeft hij een grondige hekel aan High Elves, vooral als ze ook nog eens toveren. Ik kies mijn skills om tegenstanders te verlammen, onderuit te slaan en te verzwakken, terwijl mijn schild, pantser en spell resistance me zo lang mogelijk in leven moeten houden (zodat anderen de schade kunnen doen). Levelen gaat niet zo hard, al zegt dat niets over het tempo van de rest van het spel, want dat ligt hoog genoeg om niet saai te worden. En zonder te levelen krijg je tussendoor allerlei extra skill points om te besteden.
Elke Elder Scrolls begint in een gevangenis en het is in ESO niet anders. Ta’Alna-Zi ontwaakte in een ondergrondse bajes ergens in Coldharbour, het domein van de tirannieke Molag Bal (Malcolm McDowell), een ‘Daedric Prince’. Deze heerser van een andere dimensie is verantwoordelijk voor het gevangenzetten van de mysterieuze, blinde Profeet (Michael Gambon). De profeet vroeg op zijn beurt om hulp van Ta’Alna-Zi, omdat ik – net als iedere andere speler die rondloopt – ‘Vestige’ ben, de voorbestemde held om de snode plannen van Molag Bal en zijn aardse handlangers te dwarsbomen.
Een transdimensionale reis later bevond Ta’Alna-Zi zich op een schip bij de grote stad Daggerfall, om vervolgens linea recta op het schip naar Stros M’Kai, een klein eiland buiten Hammerfell, om een nieuwe scheepsbemanning te ronselen. Stros M’Kai is een van de eerste zones, die zich grotendeels op veilig geïsoleerde eilanden bevinden. De havenstad met een warm, Perzisch uiterlijk is vol leven. NPC’s hebben ieder gesproken tekst, eigenaardige karaktereigenschappen en flauwe humor. Karakter is verder te vinden in allerlei visuele details en de talloze, bijzonder goed geschreven boeken en perkamenten vol fictieve geschiedenis, handleidingen, brieven en gedichten. Het enige wat de illusie van een prachtige wereld met regelmaat doorbreekt is die leipe types die steeds door het landschap schieten: andere spelers.
MMORPG
De wereld is je oester, en die van iedereen
Ta’Alna-Zi is op zijn privacy gesteld en verkent graag de wildernis. ESO beloont verkennen door beloningen buiten de betreden paden te plaatsen. Volg een rivier naar de waterval en vind daar een schatkist of een Skyshard, een kristal dat per drie gevonden exemplaren een nieuwe skill point uitkeert. Overal zijn planten, mineralen, dieren en hout te vinden die grondstoffen geven om te kunnen craften. Je wordt op je wenken bediend als je niet per se van quest naar quest wil springen. Alleen wordt de rust van de prachtige natuur regelmatig verstoord door herrieschoppers te paard of te voet: de andere spelers.
Quests volgen de bekende formule: ga naar punt X, dood of pluk Y dingen, haal de beloning bij punt Z. Wel hebben de meeste quests een plaats in het grote verhaal, of op zijn minst een leuk, eigen verhaal. Het helpt dat alle personages ingesproken zijn en de locaties zo divers zijn, want dit gameplay-aspect komt onvermijdelijk terug bij elke MMO.
Het idee van een immersieve RPG, eentje die je in zijn wereld opslokt, wordt enigszins teniet gedaan door de aanwezigheid van andere spelers met de meest uiteenlopende en soms belachelijke namen (ik heb het tegen jou, ‘Jonagold’, wie je ook bent). Het is niet eerlijk om dat van een MMORPG te verwachten, maar ESO probeert dat deels wel te zijn. Star Wars: The Old Republic werkte meer met aparte zones voor individuele spelers, om een persoonlijkere belevenis te scheppen (en dat werkte goed). The Elder Scrolls maakt van iedere speler de voorbestemde held, maar de wachtrij bij de bank en de smid verraden een andere werkelijkheid.
PVP
Op de vuist met alles en iedereen
De aanwezigheid van anderen biedt wél talloze voordelen. Kerkers verkennen met een vriend of vriendin is een stuk gezelliger dan in je eentje door een drassige grot te slenteren. Bovendien valt PvP nu onder de mogelijkheden. Doordat praktisch heel Cyrodiil (waar Oblivion plaatsvond) een grote, open battleground is, krijgen PvP’ers genoeg bewegingsvrijheid. Cyrodiil is verdeeld tussen de drie facties, die de Three Banners War voeren. De facties vechten voor allerlei strategische punten en grondstoffen, die verbonden zijn in een groot netwerk met de hoofdstad in het midden. PvP heeft een strategisch belang, dat ook doortrekt in het verhaal van het spel zelf. Ta’Alna-Zi probeerde een fort te belegeren met een groep van 16 sterk met gemengd succes. Na een paar geslaagde schermutselingen, crashte het spel door al het katapultengeweld en de slachting voor de poort.
Vechten is ontzettend leuk. Het systeem lijkt sterk op dat van zijn voorgangers: je zwaait met een wapen in first person en blokkeert aanvallen op het juiste moment. Er kunnen maar enkele vaardigheden en spreuken aan sneltoetsen gekoppeld worden, wat ieder dwingt tot het maken van eigen keuzes. Je kunt de tragere aanvallen en spreuken van de vijand nét op tijd te onderbreken. Echter is het vechtsysteem niet totaal dynamisch; het is niet altijd mogelijk om een klap te ontwijken door aan de kant te stappen. Toch is beweging en positie al belangrijker dan bij de concurrentie. Ta’Alna-Zi kan zijn hekel aan High Elves en tovenaars uitstekend botvieren en grijpt elke kans die hij ziet om zijn schild in het gezicht van zo’n spreukenwerper te meppen.
En The Elder Scrolls Online oogt en klinkt fantastisch. De muziek varieert van rustgevend tot onheilspellend, met bekende motiefjes uit de Elder Scrolls-reeks. Al draait het spel prima op mijn vertrouwde iMac, ziet het spel er zo veel beter uit op een krachtigere machine. Dat minder sterke systemen het spel kunnen draaien, betekent dat je eerder met vrienden en vriendinnen aan de slag kunt.
Het spel heeft zich in ieder geval in het vroege stadium bewezen, maar er is nog zo veel te zien en te doen. Ik heb pas drie zones achter de rug en een klein voorproefje gehad van PvP, en dat in een week. Een definitieve conclusie volgt later. Nu eerst terug naar Tamriel.