Doorgaan naar artikel
Recensie: The Elder Scrolls Online
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Conclusie

The Elder Scrolls Online is geen Skyrim, maar dat hoeft het niet te zijn. Alleen komt ESO als zelfstandige MMO ook niet volkomen uit de verf. Elk pluspunt wordt tegengewerkt door een keerzijde: crafting loont, maar de economie is een rommel; quests zijn bij vlagen sterk en combat is redelijk vloeiend, maar worden herhaaldelijk door het trage leveltempo; de speelwereld Tamriel is kolossaal en prachtig, maar verkennen wordt verstierd door de andere spelers, enzovoorts. Liefhebbers van de serie zullen Skyrim of Oblivion verkiezen. Liefhebbers van MMO's zijn beter gewend.

Het is The Elder Scrolls Online verweten dat het niet meer is dan een verwaterde multiplayer-variant van zijn populaire voorgangers. Wat is het punt van een zogenaamde meeslepende singleplayer-ervaring, als je dat onnodig verpakt in de vorm van een MMORPG? De wereld is niet meer alleen voor jou gemaakt. Net als jij is iedere andere speler uitverkoren om de wereld te redden; aan die illusie is geen ontkomen aan.

Maar wat als je ESO nou eens níet beschouwt als een multiplayer-Skyrim? ESO hoeft niet aan de normen van haar voorgangers te voldoen en een MMO brengt niet alleen nadelen met zich mee. Wat kun je wél samen met of tegen andere spelers? Hoe zit het met PvP? Gezamenlijke dungeons? Onderlinge handel en economie?

Lees onze eerste indruk voor een inleiding in The Elder Scrolls Online.

ESO doet alles wat een MMO doorgaans doet. Met je eigense personage kun je quests uitvoeren voor geld, ervaring en betere uitrusting. Richting het eind van elke afgebakende ‘zone’ struin je met drie anderen ergens een grote kerker binnen om met een groot gevecht een verhaallijn af te ronden. De ijverige speler kan vrijwel alle eigen uitrusting zelf maken. Er is een enorm slagveld, het hele rijk Cyrodiil uit Oblivion, gewijd aan PvP. PvP zelf is ook een geldige manier om ervaring en uitrusting op te doen. Het is een gangbaar alternatief voor diegenen die de computertegenstanders beu zijn.

The Elder Scrolls Online

Als ESO een feestje was, zou het er zo een zijn.

Een hoop van deze aspecten zijn uitstekend uitgewerkt. Crafting bijvoorbeeld: door een spannende mix van unieke eigenschappen, schaarste van belangrijke onderdelen en kansberekening is het toegankelijk en leuk, maar nooit te makkelijk om daadwerkelijk nuttige uitrustingen te maken. Er zit een soort van magische complexiteit in het craften die het lang interessant houdt, of het nou drankjes, bezweringen, of enorme hakbijlen zijn. De daadwerkelijke waarde van je harde werk ligt een stuk complexer, met onhandige ruilmethoden en een ietwat lage waarde van goud.

PvP heeft een eigen slagveld gekregen, bezaaid met forten die verdedigd worden door één van drie partijen: de Aldmeri Dominion, het Daggerfall Covenant en de Ebonheart Pact. Door de forten en omliggende grondstoffen te beheren, kan een factie groter en sterker worden dan de ander. Het is de kunst om zo veel mogelijk landje te pikken. Combat is dynamisch en kan groots en meeslepend uitpakken, van grote gevechten in en rond de kastelen, tot kleinere schermutselingen op belangrijke aanvoerwegen. Het is jammer dat deze ’tweede’ wereld een stuk kaler is aangekleed dan de rest van het spel.

Momenteel kampt de grote battleground nog met aardig wat lag, bugs en crashes. Als je net een zere kont hebt van het paardrijden van hot naar her, je ineens onverklaarbaar het loodje legt en daarna uit het spel gegooid wordt, komt dat je plezier niet ten goede.

The Elder Scrolls Online

Ook de quests hebben charme en ze staan zelden op zichzelf. Op zijn minst is een quest een eigen microverhaal, maar veel maken deel uit van het overkoepelende verhaal: de duivelse heerser Molag Bal (Malcolm McDowell) probeert met de hulp van tovenaar Mannimarco (Jim Ward) zijn duivelse thuisdimensie met die van de speler te versmelten. De speler wordt op haar beurt begeleid en gesteund in de strijd tegen Molag Bal door de mysterieuze blinde Prophet (Michael Gambon) en een brede cast gespeeld door bekende acteurs in grote en kleine rollen (o.a. Bill Nighy, Kate Beckinsale, John Cleese, Alfred Molina en Jennifer Hale). Een hoop van de acteurs verrichten uitstekend werk; anderen zijn niet noemenswaardig genoeg om hun waarschijnlijk hoge prijskaartje te rechtvaardigen. En een bekende stem haalt je weer even uit het spel.

Er is een hoop talent verzameld om de speler een unieke ervaring te bezorgen, maar er is relatief weinig tijd vrijgemaakt voor de persoonlijke vertelling waarbij je daadwerkelijk alleen bent met al die personages. Het moment dat je weer de wijde wereld instapt, besef je je dat je niet de enige verlosser van het universum bent. ‘Killmaster_death66’ is dat ook, om er maar eentje te noemen. En dan wordt je de tijd om de sfeervolle boeken te lezen nog amper gegund.

Het wrange is: ESO steekt ontzettend veel moeite om je je uniek te laten voelen, om het onbedoeld of onvermijdelijk weer helemaal onderuit te halen. Neem de skills: het is goed mogelijk om elke denkbare combinatie van vaardigheden, uitrusting en crafting te combineren. Tovenaars mogen rondlopen in het zwaarste pantser en de bruutste krijger kan zich richten op zachte zijden lendendoeken. Wanneer het spel moeilijker wordt en je meer met anderen aan de slag moet, komt het traditionele rollenpatroon van tanks, healers en damage dealers uit de MMO meer naar voren. Ik merkte zelf dat ik met mijn grote pantsermachine genezingsspreuken probeerde te toveren, maar deze waren niet bijster effectief en kostten door al mijn pantser veel te veel mana. Het motto: ga nou maar tanken, niet healen. Het is een bittere pil om te slikken, dat de vrijheid en veelzijdigheid die ESO biedt, uiteindelijk een wassen neus blijkt.

Samenspel kan vrij lastig zijn. Als je vrienden en vriendinnen niet op precies hetzelfde niveau zitten, of met dezelfde quest bezig zijn, is het goed mogelijk om volkomen langs elkaar heen te spelen. De wereld van ESO is onderverdeeld in overlappende ‘instances’ – versies van de wereld waarin jij je bevindt. Als iemand een bepaalde quest heeft voltooid waarbij een bepaald personage om het leven komt, bevindt deze speler zich in een versie van de wereld zónder het personage. Jij kan dit personage nog zien, de ander niet. Om één of andere reden betekent dit soms ook dat, totdat jij en je groepsgenoten op hetzelfde niveau komen, je letterlijk en volledig onzichtbaar bent voor elkaar. Het is absoluut samenspelen of verdwijnen.

Verkennen staat bij ESO hoog in het vaandel, maar word je toch beperkt in je reizen doordat andere zones bevolkt worden door vijanden van een veel te hoog level. De wereld intrekken wordt zo niet veel meer dan “ga bij de volgende quest ook eens linksaf, voor de verandering”. Wel is Tamriel beeldig om te zien. Het siert ESO dat het te draaien is op minder krachtige pc’s en Macs, maar op betere computers bevat het spel allerlei rijke textures en mooie verlichtingen en effecten.

Wat ESO dan daadwerkelijk is is een totale identiteitscrisis. De bedoelde Elder Scrolls-ervaring zit de MMO in de weg en andersom. Bovendien is het niet netjes om mensen ongeveer €60,- te vragen voor de standaarduitvoering, maar pas als je daadwerkelijk daarbij geld neertelt voor speeltijd, krijg je je 30 gratis dagen om het spel te leren kennen. Nee, dan liever onbeperkt Skyrim voor één bedrag.