nieuws
Recensie: Warm Bodies

Een zombie wordt verliefd op een meisje. Warm Bodies – gebaseerd op het boek door Isaac Marion – lijkt hiermee het laatste mannelijke horrorgenre van zijn testosteron te willen ontdoen met een zombieliefdesverhaal. Gelukkig blijkt deze zom-rom-com meer te zijn dan ‘Twilight goes zombies’.
Videorecensie:
Recensie:
Romeo en Juliet, maar anders
De wereld is getroffen door een zombie-apocalypse en een handje vol mensen overleeft in een afgesloten deel van de stad. Zombie R (Nicholas Hoult) woont op een vliegveld en kan zich maar bar weinig herinneren van zijn oude leven. Hij wil wel, hij probeert ook, maar het lukt hem niet om zijn menselijkheid te behouden. R heeft vooral veel honger. In een zoektocht naar warm vlees komt hij Julie (Teresa Palmer) en haar vrienden tegen. Terwijl een gevecht bezig is, wordt R getroffen door Cupido’s pijlen. Na al haar vrienden te hebben afgeslacht, neemt R Julie mee naar het vliegveld en probeert daar in plaats van haar hart op te eten, te veroveren.
Gevoelens onder woorden brengen is lastig met grommen
Er is vrij weinig zombie aan R, of aan Warm Bodies. De film is constant bezig de grenzen te verlegen van wat zombies kunnen en lijkt daarmee het genre voor het verkeerde doeleinde in te zetten. Het beste komt Warm Bodies tot zijn recht wanneer R’s innerlijke stem de situaties ontleedt. Zijn gedachtes en gevoelens kan hij niet uitten, op een paar grommen na. Een heerlijk metafoor voor tienerliefde. Hij wil het juiste zeggen, maar kan dat niet. Hij wil indruk maken op Julie, maar maakt haar eerder bang. Zeker wanneer R Julie’s vader en zombiejager (John Malkovich) ontmoet zijn de gelijkenissen met prille tienerliefde groot. Iedere jongen die in zijn pubertijd ooit verliefd is geweest zal het ongemak herkennen.
[one_half][/one_half][one_half_last]
[/one_half_last]
Warm Bodies levert een andere invalshoek dan de hype met vampiers en jonge onbezonnen meisjes. Warm Bodies laat vooral zien hoe ongemakkelijk en, voor de buitenstaander, grappig romantiek kan zijn. Of het gebrek aan romantiek. Regisseur Jonathan Levine weet hier vooral in het begin goed gebruik van te maken, zeker de soundtrack zet alles goed aan. Levine maakt met veel aandacht van Warm Bodies een postmoderne versie van Rome en Juliete (zo draagt R rode kleren en Julie blauwe kleren, net als in Shakespeare’s versie).
Warm Bodies verliest halverwege de film zijn memento. De harde waarheid komt naar boven: Warm Bodies werkt niet echt als een zombiefilm, noch als een romantische komedie. Het schippert er constant tussen in en scoort daardoor in beide genres middelmatig.
Geen zombiefilm
Waarom dit verhaal precies in deze vorm is gegoten, wordt naarmate de film vordert steeds onduidelijker. Zeker wanneer Levine de aard van de zombie begint te verloochenen. Er wordt halfslachtig een ergere soort zombie geïntroduceerd, waarbij de normale zombies lieverdjes lijken. De goede zombies, om ze zo maar te noemen, kunnen praten, dingen verzamelen, muziek aanzetten en zelfs van romantische plaatjes genieten. Het enige wat ze nodig hadden om wat meer menselijk te zijn was kennelijk liefde. Het is allemaal net wat te lief en leuk. Het voelt allemaal erg plastisch aan. Deze momenten zorgen ervoor dat Warm Bodies zijn grappige en tedere opzet weggooit.
Warm Bodies heeft weinig te doen met zombies en dat is jammer. De film loopt zelf ook aan tegen het feit dat zombies nou eenmaal beperkt sexy kunnen zijn en verloochent daardoor eigenlijk het zombie-aspect van zijn hoofdpersonage. Desalniettemin is Warm Bodies een welkome onderneming op het gebied van horror. En af en toe zelfs behoorlijk grappig.