Doorgaan naar artikel
Dynasty Warriors: Origins
Rutger Engel
Rutger Engel
Hoofdredacteur
Profiel

Conclusie

Dynasty Warriors: Origins is een zeer geslaagde hack-and-slash. Dynasty Warriors voelt voor het eerst in tientallen jaren weer eens spannend en vernieuwend aan.

Dynasty Warriors is zo’n franchise die redelijk niche is gebleven ondanks het feit dat het al sinds de jaren 90 bestaat. In het tijdperk van de PlayStation 2 groeide het uit tot een hack-and-slash-game waarbij je honderden vijanden tegelijkertijd kon vernietigen met gigantische aanvallen. En dat is eigenlijk wel de kern van de game gebleven tot en met Dynasty Warriors 9. Er zijn kleine veranderingen geweest van game tot game, maar zodanig weinig dat zelfs de gemiddelde nieuwe Mario Kart spectaculair en origineel was in vergelijking. De mensen van Omega Force lijken zich dat eindelijk aangetrokken te hebben en besloten om met een reboot te komen die wel eens een keertje het roer omgooit. Het resultaat is Dynasty Warriors: Origins.

In Dynasty Warriors: Origins speel je niet langer als de vele beroemde helden die The Romance of the Three Kingdoms rijk is, maar in plaats daarvan speel je als de mysterieuze “Reiziger”. Dit doe je in een behoorlijk turbulente tijd, wanneer het rebellenleger van “The Yellow Turbans” steeds groter wordt. Eerst vecht je nog om de rebellen te helpen, maar later blijkt dat de rebellen zelf ook zo corrupt als de weet-ik-niet-wat zijn en help je verschillende legers van het rijk. Ach, het verhaal is niet zo belangrijk, al moeten we eerlijk bekennen dat het veel leuker is om te volgen dan in voorgaande games. Het enige dat uitmaakt, is dat er heel veel veldslagen zijn om af te gaan.

En die veldslagen, die zijn eigenlijk heel erg tof. Je rent rond, of rijdt op je paard natuurlijk, verovert basissen en bevecht vooral gigantisch veel soldaten. Het motto van het spel is “één tegen 1000” en het zal inderdaad ook regelmatig voorkomen dat je in je eentje duizend soldaten inmaakt. Dit doe je met relatief simpele hack-and-slash-actie. Druk op vierkantje (als je met een PlayStation-controller speelt) om te slaan met je zwaard, speer, of wat dan ook, en afhankelijk van op welk moment in je combo je op driehoekje drukt, krijg je een andere eindaanval. Natuurlijk kan je ook aanvallen ontwijken en blokkeren en met een goede timing ook aanvallen afweren om vervolgens een sterke tegenaanval in te zetten.

De actie is lekker en er bevinden zich over elk level verspreid allerlei generaals of sterkere krijgers die niet zo makkelijk zijn en als een soort mini-eindbaas tellen. Het wapen dat ze gebruiken bepaalt dan vooral wat voor vechtstijl ze hebben en over het algemeen is het gewoon een gezonde combinatie van de eerder benoemde handelingen: aanvallen, afweren en ontwijken. Het is een fijne afwisselen tussen het neerslaan van tientallen vijanden tegelijkertijd en vervolgens weer even écht de aandacht erbij moeten hebben om niet door een generaal overmeesterd te worden en meer te moeten letten op timing.

Tof aan de missies is dat het voelt alsof het momentum heel belangrijk is. Je hebt een balk die het moreel van jou en van de vijand aangeeft. Door generaals te verslaan en basissen in te nemen, krijgen je troepen meer moreel en winnen ze makkelijker gevechten, ook als het gevechten zijn waar jij niet direct bij betrokken bent. Hierdoor voelt het, wanneer alles goed gaat, alsof dingen beetje bij beetje beter gaan totdat je uiteindelijk als een vloedgolf met allerlei verschillende legers en vriendelijke generaals de vijand overspoelt. Daarnaast zitten er veel momenten in veldslagen die voor spanning en sensatie zorgen. Denk aan hinderlagen, valstrikken en zelfs heuse, epische eindbaasgevechten!

Tussen de gevechten door wordt je alsmaar sterker, krijg je nieuwe aanvallen en speel je nieuwe wapens vrij. Verschillende wapens komen met hele verschillende vechtstijlen en het spel moedigt je aan om af en toe te wisselen. Niet alleen houdt dit het spel fris, maar zo zal je er ook soms achter komen dat “dat rare wapen dat je niet zo lekker vond spelen”, na wat meer te wennen toch best wel heel erg cool is.

Dat je van gevecht naar gevecht gaat door over een gestileerde kaart van China te lopen, is leuk gedaan. Zo komt de wereld wat meer tot leven, al helemaal als je het combineert met de, nogmaals niet al te bijzondere, maar wel prima dialogen. Je hebt het gevoel daadwerkelijk ergens voor de strijden en dat je de beweegredenen van Dong Zhuo, Liu Bei, Cao Cao en Zhang Jiao vele malen beter begrijpt dan bij voorgaande delen van Dynasty Warriors het geval was.

Al met al zorgt het voor een toffe hack-and-slash-ervaring. Zelf spelen we het spel niet tientallen uren op rij, maar het is vooral een leuk spel om af en toe even voor een klein uurtje erbij te pakken, een paar veldslagen te doen, weer ietsjes sterker te worden en later weer verder te gaan.

Dynasty Warriors: Origins is een geslaagde reboot van een oude reeks en de gevechten zijn soms zo spannend en episch dat we ons weer even een tienjarig kind wanen dat voor het eerst de verschrikkelijke Lu Bu ziet.

Wij speelden Dynasty Warriors: Origins op de PlayStation 5. De game is daarnaast beschikbaar voor Xbox Series en pc.