preview
Kingdom Come: Deliverance II
Conclusie
Kingdom Come Deliverance II trakteert ons op een nog grotere wereld, met meer interactie door een zichtbaar groter budget. Fantastische vergezichten zorgen ervoor dat je dit in een heel rustig tempo ervaart. Kleine irritaties zoals het ontbreken van wind en de keuze voor in die tijd nog niet bestande krachttermen zijn aanwezig, maar nog geen reden om de controller weg te leggen.Kingdom Come: Deliverance is een spel uit 2018 en verraste ons op een positieve manier. Ondanks de ruwe randjes en de hoge moeilijkheidsgraad, kregen we een dijk van een middeleeuwse RPG voorgeschoteld die zeker smaakte naar meer. Vooruit gespoeld naar 2025 staan we op de vooravond van de release van het tweede deel, heel creatief Kingdom Come: Deliverance II getiteld. Wij hadden de eer om alvast de eerste uren in het Bohemia van de 15e eeuw door te brengen. In deze preview lees je of het de moeite waard is, of dat wij al voortijdig de controller in de ring gooien uit frustratie.
Je wordt aan het begin van het spel gelijk middenin het verhaal gedropt. Een kasteel wordt aan alle kanten belegerd en als naamloze soldaat krijg je verschillende opdrachten om de beduidend grotere overmacht zo lang mogelijk buiten de kasteelmuren te houden. Klim omhoog en trap de ladders van de vijand weer met geweld van de kantelen af. Ga daarna weer omlaag naar de poort om daar het aanstormende vijandelijke kanonnenvoer te voorzien van wat extra dikke, vlijmscherpe uit de kluiten gewassen tandenstokers met je kruisboog.
In deze eerste minuten weet je weer precies wat voor vlees je in de kuip hebt. Dit is een relatief realistische simulator. Dit is het spel voor ridders als wat Red Dead Redemption 2 is voor cowboys. Het herladen van je kruisboog gaat traag, heel erg traag. Na het schieten haal je jouw boog naar je borst toe, om de veer met moeite weer opnieuw te spannen. Daarna pijl erop en schieten maar. Na een paar keer missen zorg je er wel voor dat je even de tijd neemt om goed te mikken, ook al staan daar meer dan dertig boze meneren op jouw poort te kloppen.
Na de introductie verschuift het verhaal een paar weken terug en speel je weer als Henry. De hoofdpersoon uit het eerste deel is ouder en wijzer geworden en, afhankelijk van de keuze die je maakt, raadsman, scout of bodyguard van sir Hans Capon. En daarnaast ook goede vriend. Dit merk je in de eerste uren die je speelt. Het verhaal ontvouwt zich als een roadtrip met vrienden, verpakt als tutorial. Er is weinig open wereld om te verkennen, maar je maakt flink wat keuzes die jouw personage vormen. Hier komt behoorlijk wat gesproken tekst bij kijken. Dit heeft ons tot nu toe nog niet verveeld. Daar waar het in het eerste deel wat problemen had met het gelijklopen van de lippen en de tekst, is dit nu beter aangepakt. Het is nog niet perfect, want de bewegingen blijven houterig aanvoelen. Echt storend is het gelukkig niet.
Wat ons wel heel erg opviel, en storend blijkt naar mate het spel vordert, is het taalgebruik. Kingdom Come: Deliverance II verkoopt zichzelf als een realistisch spel. De omgevingen zijn mooi, daarover later meer, het vechten is traag en ‘net echt’, maar het taalgebruik is zo niet van die tijd. Verschillende personages bezigen constant het woord (en vervoegingen ervan) ‘f*ck’. We hebben het even op moeten zoeken, maar in de 15e eeuw bestond dat woord wel, maar was het niet in zwang om het als krachtterm te bezigen. Kijk, als er een ventje is die het een keertje zegt, oké, daar kunnen we mee leven. Maar er wordt echt constant te pas en te onpas mee gestrooid. Het contrast met het verder realistische middeleeuwse leven kan er niet groter mee afsteken.
Na het intro neemt het spel een wending waarbij het een en ander niet goed uitpakt voor de groep vrienden. Hans en Henry zien zich genoodzaakt te vluchten. In een vreemd land, waarbij de koning zich vijandig opstelt tegenover de jouwe, stuit je dan al gauw op de nodige problemen. En daar opent het spel zich voor de speler. Aan de grond met helemaal niets en waar je door iedereen met de nek aangekeken en als gek geworden zwerver bestempeld wordt, is het aan jou de taak om je weer omhoog te werken. Na het begin, waarbij je flink aan de hand wordt gehouden, is het even wennen. Wat ga je nu doen?
Aan de omgevingen zal het niet liggen. Wat een prachtige natuur heeft Bohemia. Glooiende heuvels met groene weilanden, afgewisseld met dichte bossen, maken het een feestje om bij elke heuvel even stil te staan en het vergezicht in je op te nemen. Alleen vonden we een ding vreemd: de wind schittert door afwezigheid. In het eerste deel kon er nog wel een briesje opsteken, in dit deel is het windstil. Heel dichtbij zie je nog wel een grassprietje heen en weer bewegen, maar de bomen staan doodstil. Het is geen groot minpunt, want nogmaals, het uitzicht is fenomenaal, maar toch was het iets wat ons opviel.
Verder merk je dat Kingdom Come: Deliverance II een behoorlijk groter budget heeft. Alle computergestuurde personages doen wat met hun digitale leven. Ze werken voor een baas, ze zijn zelf een baas met medewerkers, er zijn stadswachten, barmeisjes, enzovoort. Iedereen doet zijn of haar ding. Je loopt echt in landelijke dorpjes of grotere steden en dat klinkt op papier misschien wat gek. Dat begrijp je pas zodra je het zelf speelt. Je kunt in het begin in huizen inbreken om zo een vliegende start te maken, maar zonder wapens en een degelijk harnas begin je echt helemaal niks.
Gewone mensen die jou iets illegaals zien doen, roepen de stadswacht erbij. Als je een deur met een ‘lockpick’ van het slot haalt en een wachter die de deur open ziet staan (die dat niet hoort te zijn), loopt daar dan heen en doet de deur weer op slot. Loop je zonder kleren, dan lacht iedereen je uit. Als je de verkeerde kleren aantrekt, krijg je ook hele andere reacties. Een fantastisch niveau van detail zit er verstopt in het spel.
De keuzes die je maakt doen er ook echt toe. Goed, we weten dat dit wel vaker geroepen wordt in een spel. Er zijn maar weinig spellen waarbij dat ook echt zo is. Dit is er zo een. Als jij de barvrouw van de plaatselijke taveerne boos maakt, dan kun je het wel vergeten dat je klusjes voor haar kunt gaan doen om geld te verdienen en zo weer op de been te komen. Ze roept dan doodleuk dat je een andere keer maar terug moet komen, als ze minder boos op je is. Dan moet je met gevaar voor eigen leven naar het naburig dorpje om daar naar werk te zoeken.
We hebben nu ruim drie uur in het spel zitten, maar krijgen nu pas het gevoel dat het spel zich voor ons opent. Onze initiële missie is mislukt en aan ons nu de schone taak ervoor te zorgen dat we die alsnog volbrengen. Maar eerst kleren, onderdak en een redelijk vast inkomen. En dat is al moeilijk zat.