review
Prince of Persia: The Lost Crown
Conclusie
Prince of Persia: The Lost Crown is een van de beste metroidvania-games in jaren en de gevechten zijn fenomenaal. Iedereen met een interesse in dit genre, zou het een kans moeten geven. Daarboven willen we benadrukken hoe goed de verschillende aanpassingsmogelijkheden je het spel op jouw manier laten spelen.Prince of Persia is een gamereeks die vroeger mateloos populair was, populair genoeg bijvoorbeeld voor een barslechte film met Jake Gyllenhaal, maar de laatste game stamt alweer uit 2010. Die game, The Forgotten Sands, was bijzonder middelmatig ontvangen en de meeste mensen zijn hem alweer vergeten. The Forgotten Sands leidde dus tot The Forgotten Game. Nu is het veertien jaar later en toen vorig jaar The Lost Crown werd aangekondigd, konden maar weinig mensen zeggen dat ze bij een nieuwe Prince of Persia dachten aan een metroidvania (we leggen je straks uit wat dat is). Toch is dat wat we gekregen hebben en wij hebben alvast flink wat uurtjes gestopt in Prince of Persia: The Lost Crown en vertellen je er maar al te graag over in deze review.
The Lost Crown begint met het vieren van een overwinning in het paleis van de koninklijke familie van Perzië. Helaas wordt de prins tijdens het feest ontvoerd en gebracht naar de mysterieuze berg Qaf. Dit is de plaats waar de goddelijke vogel, de Simurgh, zou leven, maar er heerst nu een vloek. Jij moet als Sargon, een van de ‘onsterfelijken’, afreizen naar Qaf om erachter te komen wat het kwade plan van de ontvoerders is en uiteindelijk de prins redden.
Eenmaal aangekomen bij de voet van de berg, begint het spel echt. Prince of Persia: The Lost Crown is een 2D-sidescroller. Je kan dus alleen in twee dimensies bewegen. Daarnaast kan je aanvallen, ontwijken en de welbekende ‘parry’ uitvoeren om met de juiste timing een aanval van een vijand volledig onschadelijk te maken. Mocht je dan meteen al bang worden dat het spel heel lastig is: dat is helemaal aan jou. Prince of Persia: The Lost Crown is een game met een sterke visie, maar wil wel de speler zelf laten bepalen hoe ze dat ervaren. Je hebt daarom verschillende moeilijkheidsgraden, waarmee je zelf precies kan zien wat er verandert, en je kan zelfs een zelf aangepaste moeilijkheidsgraad instellen. Wil je alles lekker gevaarlijk hebben, maar de ‘parry’ makkelijker om uit te voeren? Dat kan. Of heb je liever dat vijanden niet zoveel schade aanrichten, maar wel lekker veel levenspunten hebben zodat je veel op ze in kan hakken? Jij bepaalt het!
Daarnaast zijn er ook verscheidene toegankelijkheidsinstellingen die het spel speelbaar maken hoe jij dat wilt. De platform-actie kan op een gegeven moment behoorlijk puzzel-achtig worden waarbij je precieze bewegingen nodig hebt. Maar je kan ook een instelling maken dat je in zo’n geval met een portaal van de ene kant van de kamer, naar de andere kant kan. Je kan een minimalistische gids instellen op de kaart van de wereld. Hiermee krijg je in ieder geval te zien waar je doel is en of er belangrijke paden zijn die je nog niet hebt ontdekt. Je kan Prince of Persia: The Lost Crown dus zo makkelijk of moeilijk maken als je zelf wilt en dat is fijn, want daardoor kan de game zich verder richten op het leveren van een strakke gameplay-ervaring. Wij speelden de game voor deze review op Immortal, de lastigste moeilijkheidsgraad, maar zelfs dan kan je het nog lastiger maken als je wilt met de aanpassingsmogelijkheden.
En man o man, wat is die gameplay fijn. The Lost Crown is zoals we al in onze introductie zeiden, een metroidvania. Dit houdt in dat jouw voortgang door de spelwereld niet lineair is: je gaat niet in een rechte lijn van punt A naar punt Z. Je zal bijvoorbeeld van A naar B gaan en vervolgens geblokkeerd worden op je weg naar C. Dit is niet zoals in veel andere RPG’s om een verhaaltechnische reden, dat je niet verder kan omdat iemand je een bepaalde stad niet in wil laten, of er een brug is die gerepareerd moet worden. Maar opeens is er een gat tussen twee platformen dat je niet kan overbruggen. Dan ga je wat andere wegen ontdekken en wat andere quests doen en op een gegeven moment vind je de vaardigheid om een extra sprong in de lucht te doen en dan denk je: “hé, misschien kan ik nu wel ver genoeg springen over dat gat van twee uur geleden.” Dan probeer je het en verrek, je bent verder gekomen! Zo zijn er nog tien van zulk soort voorbeelden, maar we gaan je vooral zelf lekker laten ontdekken wat voor krachten je allemaal vrijspeelt.
Een mooi stukje innovatie dat Ubisoft heeft bedacht voor The Lost Crown is de mogelijkheid om met een druk op de knop een screenshot te maken van je omgeving. Die wordt dan automatisch geplaatst op de kaart van de berg Qaf. Daardoor kan je een uur, dag, week, of maand later terugzien waar je geblokkeerd werd en hoe die kamer er ook alweer uit zag. Dan zie je meteen of je nu wel of niet de mogelijkheid hebt om een bepaald obstakel te overkomen. Het klinkt als een simpel iets, maar als je het spel speelt, merk je al snel hoe ingenieus en geweldig deze feature is.
Het vechten is wederom een stukje genialiteit van de studio uit Montpellier. Wat maakt het zo briljant? Dat komt vooral door het feit dat het in essentie heel simpel is: je drukt op vierkantje (of een andere variant als je met een andere controller speelt) en je slaat met je twee zwaarden. Dit kan je drie keer achter elkaar doen. Als je wilt, kan je het hele spel doorspelen met alleen maar die combo: vierkantje, vierkantje, vierkantje. Mocht je echter van het vechten gaan genieten, dan merk je al snel dat je véél meer mogelijkheden hebt, al helemaal later in het spel. Zo bepaalt de richting van je stick wat voor aanval je uitvoert. Dus je kan twee keer slaan, vervolgens de vijand omhoog gooien en die nog een paar keer in de lucht slaan. Vervolgens kan je die in de lucht ook weer verschillende kanten opgooien en met latere vaardigheden zelfs ook weer in de lucht achterna zitten voor langere, toffe combo’s. Dit hoeft dus allemaal niet en ook als je een fout maakt in de uitvoering, wordt je niet enorm bestraft. Het vechten voelt enorm creatief en het feit dat je kan doen of laten wat je wilt, geeft weer eens aan dat verschillende mensen de game op verschillende manieren zullen kunnen gaan waarderen. Het is een soort bijzondere combinatie tussen Super Smash Bros., Dark Souls en Devil May Cry.
Wij speelden de game dus op de Immortal-moeilijkheidsgraad en het is lastig uit te leggen hoe geweldig de gevechten, met name tegen eindbazen, waren. Elke klap van de tegenstander komt hard aan, elke combo van jou is enorm belangrijk. Het geeft voldoening om goede manieren te vinden waarmee je vijanden van de tegenstander onschadelijk maakt. Een belangrijk onderdeel bij de eindbaasgevechten is ook de muziek, deels van de Iraanse Mentrix en deels van Gareth Coker (Ori and the Blind Forest, Halo Infinite, Immortals Fenyx Rising). De muziek begint namelijk al spannend bij een eindbaasgevecht, maar wordt steeds bombastischer naarmate de eindbaas nog maar een paar zwaardslagen nodig heeft. Vaak ben je op dit moment ook nog maar net in leven en de opzwepende muziek die zijn climax bereikt maakt die laatste tellen van elk eindbaasgevecht iets om van te smullen.
Het verhaal van het spel is qua opzet niets om over naar huis te schrijven. Het is een redelijke cliché, maar het is genoeg om je aandacht erbij te houden, het nodigt je uit om Mount Qaf te ontdekken en er zitten genoeg verrassingen in om je steeds benieuwd te laten zijn over hoe het verder gaat. Omdat Prince of Persia: The Lost Crown zo erg draait om het rondlopen, springen en klimmen door het weinig vergevingsgezinde Qaf, voelt het als een verademing wanneer je iemand tegenkomt die je iets wilt vertellen. Soms praten ze over Perzië, soms specifiek over Qaf, soms vertellen ze je een stukje van het verhaal. Dit is heel erg gedaan op een Souls-achtige wijze, waarbij je ook nog stukjes informatie kan vinden door simpelweg op je omgeving te letten, of via voorwerpen die je vindt. Het is interessant om meer te leren over het verhaal van het spel, over het oude Perzië en de mythologie die er heerste of de vloek van de berg.
Het ontdekken van de berg is een waar genot. Zoals gezegd ga je dus niet linea recta van het ene punt naar het andere punt, maar zal je via allemaal zijweggetjes geheime paden of nieuwe vaardigheden moeten zien te vinden. Daarnaast is er ook gewoon heel veel optionele content om van te genieten, zoals hele levels die bestaan uit een pittig stukje puzzel-platform-actie of extra mini-eindbazen om te verslaan. Het is vanaf het begin met al zijn simpliciteit al vermakelijk om van hot naar her te gaan, maar naarmate je meer manieren vindt om je voort te bewegen, wordt het een waanzinnig geheel. Het is lastig om je hiervan te overtuigen, aangezien we ook geen spoilers willen geven omdat het met name erg leuk is om zelf te ondervinden wat The Lost Crown allemaal voor je in petto heeft.
Prince of Persia: The Lost Crown is als geheel een sterke metroidvania met overduidelijke elementen uit Dark Souls, zonder dat die de boventoon voeren en het zijn vooral hele logische toevoegingen voor het genre. Daarnaast is het bijzonder dat de game zo sterk zijn eigen identiteit weet te hebben, in plaats van een kloon van het een of het ander. Als je de ijzersterke metroidvania-elementen combineert met de fenomenaal strakke gameplay en die mengelmoes weer combineert met alle mogelijkheden om het spel op je eigen manier te spelen, dan kunnen we niet anders dan stellen dat Prince of Persia: The Lost Crown een fenomenaal begin van het gamejaar 2024 is.