Doorgaan naar artikel
Assassin’s Creed Valhalla
Stefan Manenschijn
Stefan Manenschijn
Profiel

Conclusie

Assassin's Creed Valhalla is wederom een gigantisch uitgebreide game met een tof verhaal en waanzinnig veel dingen om te doen.

Het is een druk najaar voor Ubisoft met nog niet al te lang geleden Watch Dogs: Legion en vanaf 10 november kunnen we aan de slag met Assassin’s Creed Valhalla. De release hiervan valt samen met het verschijnen van de Xbox Series X. Wij waren in de gelegenheid om deze game al op dit platform te testen en vertellen je hier of dit een must-have is die je meteen moet aanschaffen als je je nieuwe console binnen krijgt.

Assassin’s Creed Valhalla neemt je mee naar het Noorwegen en Groot Brittanië uit de tijd van de Vikingen. Je kruipt in de huid van Eivor, wiens ouders op jonge leeftijd om het leven worden gebracht door Kjotve de Wrede. Nadat deze tiran in de proloog wordt verslagen, besluit je in de politieke nasleep hiervan met je clan je heil te zoeken in het Verenigd Koninkrijk. Eenmaal daar zul je je plek moeten veroveren, terwijl ook tussen de vier Engelse koninkrijken het nodige politieke getouwtrek aan de gang is.

Waar je in Assassin’s Creed Odyssey nog de keuze kreeg tussen een mannelijk of vrouwelijk hoofdpersonage, zijn deze in Valhalla een en dezelfde persoon. In de Animus kun je bepalen hoe jij wilt dat Eivor eruitziet en gedurende de game kun je switchen van geslacht. Je kunt de keuze ook aan de Animus overlaten, wat inhoudt dat je bepaalde delen met een vrouwelijke en bepaalde delen met een mannelijke Eivor speelt. Het voelt een beetje vreemd en geforceerd, in het licht van de beschuldigingen over seksuele intimidaties aan het adres van enkele Ubisoft-leden, dat hiervoor is gekozen, maar uiteindelijk maakt het niet uit voor het speelplezier welk uiterlijk je aanneemt. Het voordeel is wel dat beide Eivors een en dezelfde persoon zijn, waardoor je niet het gevoel hebt dat je wat hoeft te missen met de keus tussen een van beiden.

Waar de proloog nog aardig lineair is, blijkt eenmaal in Engeland aangekomen dat we hier toch echt met een moderne Assassin’s Creed-game in de lijn van Odyssey en Origins te maken hebben. Het patroon is redelijk gelijk aan beide voorgaande titels: je zult missies uitvoeren om op die manier bepaalde gebieden voor je te winnen en daarnaast zijn er een flink aantal zij-activiteiten te ontplooien en is er bijna oneindig veel te ontdekken in de wereld van Valhalla.

Het verhaal is natuurlijk de hoofdmoot van de game en dit stelt niet teleur. Valhalla moet het wel met wat minder aansprekende, bekende personen doen dan zijn voorganger, maar de personages die je tegenkomt boeien stuk voor stuk en hebben een goed geschreven achtergrondverhaal, waardoor je eigenlijk continu verder wilt spelen en zien hoe de verschillende verhaallijnen zich ontplooien.

Nieuw in deze Assassin’s Creed is het beheren van je eigen nederzetting. Door middel van plunderingen krijg je resources tot je beschikking die ervoor zorgen dat je je basis kunt uitbreiden met allerlei nieuwe gebouwen. Denk daarbij aan een wapensmid of een tattoo-shop, maar ook zijn er gebouwen die essentieel zijn voor het verdere verloop van het verhaal. Het voegt een leuk element toe aan de toch al uitgebreide mogelijkheden die Valhalla je biedt.

Het plunderen is een van de hoofdmanieren om je nederzetting uit te breiden en zeker in het begin is dat best tof. In originele Viking-traditie worden dorpjes aangevallen, uitgemoord en geplunderd, waarna de rijkdommen worden meegenomen ter verrijking van de binnenvallers. Je voelt je een behoorlijke geweldenaar op het moment dat je zo’n dorp op stelten zet, al wordt dit op den duur wel erg repetitief. Gelukkig is er zoveel te doen in Assassin’s Creed Valhalla, dat je ervoor kunt kiezen om maar af en toe zo’n plunderactie te doen, zodat je zelf kunt voorkomen dat het vervelend wordt.

Want naast de hoofdelementen zit deze game echt ramvol content. Er zijn allerlei geheimen te ontdekken op de bijzonder grote kaart en Valhalla stimuleert je echt om de weide wereld in te trekken op zoek naar onverwachte dingen. Daarnaast zijn er een flink aantal mini-games te spelen, waaronder een kaartspel en een soort rap-battles gebaseerd op rijm. Deze voelen nog het meest als “insult sword fighting” zoals we dat kennen uit de Monkey Island-reeks. De uitdager zegt iets en jij moet daar op gevatte manier en in rijm op zien te antwoorden. De winnaar verdient wat geld. Het is een leuke bezigheid en afleiding voor als je even geen zin hebt om het verhaal verder te spelen. Tot slot zijn er verscheidene speciale vijanden te vinden die je het vuur flink aan de schenen leggen.

Assassin's Creed Valhalla-launchtrailer

Op het gebied van gameplay is het fijn om te zien dat zeker in de verhaalmissies regelmatig wordt gestuurd op een stealth-aanpak. Dit element is in recente Assassin’s Creed-games wat naar de achtergrond verdreven, maar hier is het weer prima mogelijk om ongezien je doelwit te besluipen en uit te schakelen. Mocht je overigens liever de botte bijl hanteren, dan is er niets dat je in de weg staat om dat te doen. Een ander element dat je vaker zult tegenkomen in verhaalmissies is het bestormen van een fort. Deze lijken erg op de plunderingen, maar zijn wat pittiger, doordat je je door verschillende muren zult moeten vechten en over het algemeen sterkere tegenstanders tegenkomt.

Zoals je al hebt kunnen lezen wordt er veelvuldig gevochten in Valhalla en ook hier bespeuren we een aantal nieuwe elementen. Zo is het mogelijk om je schild in te ruilen voor een extra bijl, waardoor je met twee handen gehakt kunt maken van je tegenstanders. Wel lever je hierdoor een stuk verdediging in, dus het is aan jezelf of je dit het waard vindt. Het voelt enorm bruut om al zwaaiende met twee bijlen je door een slagveld te bewegen. Tijdens het vechten bouw je daarnaast adrenaline op die ervoor zorgt dat wanneer de meter vol is, je wat speciale aanvallen tot je beschikking krijgt. Het enige dat we aan te merken hebben op het vechten is dat het voor ons gevoel vooral rammen is. Dit past natuurlijk wel bij Vikingen, maar toch hadden we hier wel wat meer finesse en mogelijkheden willen zien.

Grafisch gezien is Assassin’s Creed Valhalla bij vlagen bijzonder mooi. Zeker op het moment dat de zon door de bomen schijnt terwijl je bovenop een uitzichtpunt zit, ziet de game er waanzinnig mooi uit. Helaas trekt het die kwaliteit niet overal door. Zeker personages ogen af en toe nog wat houterig en ook de gezichtsanimaties kunnen nog wel een tikje beter. Dit was iets dat we bij Watch Dogs: Legion ook al vaststelden en is iets dat in onze beleving een van de voornaamste verbeterpunten is voor Ubisoft de komende generatie. Speel je op een nieuwe generatie console, dan ziet de game er nog eens extra fraai uit, al ziet het er ook op de huidige consoles meer dan prima uit. Het belangrijkste dat je wint met de nieuwe consoles is dat de laadtijden praktisch verdwenen zijn.

Alles bij elkaar opgeteld is Assassin’s Creed Valhalla net als zijn twee voorgangers weer een waanzinnig uitgebreide openwereld-game. Er is gigantisch veel te doen en over alles lijkt goed nagedacht. Tel daar de fraaie graphics, het boeiende verhaal en de bijna ontelbare extra content bij op en je hebt meer dan genoeg reden om weer flink wat uren achter je game-machine te verblijven.

Wij speelden Assassin’s Creed Valhalla op de Xbox Series X en Xbox One. De game is daarnaast verkrijgbaar voor PlayStation 5, PlayStation 4, Google Stadia en pc