review
Azul: Zomerpaviljoen
Conclusie
De tegels van Azul: Zomerpaviljoen zijn echt de sterren van het spel. Ze voelen goed aan, klateren heerlijk en zien er mooi uit. Het spel zelf is simpel om te leren, maar met een verrassende laag aan strategie. Helaas zijn niet alle onderdelen even mooi, maar de rest maakt dat meer dan goed.De Azul-serie is razend populair en bijzonder succesvol onder de bordspelliefhebbers. Ze zijn simpel om te leren, staan spelers toe elkaar flink in de weg te lopen en de spelonderdelen zijn om op te eten. Nee echt, ze lijken op de snoepjes die je altijd van oma kreeg. Het is daarom geen verrassing dat er ondertussen al drie delen van uitgebracht zijn. Wij kregen Azul: Zomerpaviljoen opgestuurd van Asmodee. Hier is onze review!
De architecten van Azul zijn voor een derde keer uitgenodigd door de koning. Deze keer moeten ze een zomerpaviljoen bouwen dat mooi genoeg is om de koninklijke familie te eren. Daarvoor moeten ze de mooiste materialen gebruiken en zo min mogelijk verspillen. Ieder legt tegels aan zijn eigen muur, maar alleen de mooiste krijgt de gratie van de koning.
Het thema is niet heel sterk aanwezig. Dat is omdat elk bord precies hetzelfde is. Daardoor zijn alle ontwerpen ook niet echt afwijkend van elkaar. De vraag is niet hoe mooi jouw muur is, maar hoe ver je gevorderd bent. Voor wat extra vrijheid kan je het bord omdraaien. Dan mag iedereen zelf kiezen welke kleur waar komt te liggen en dat geeft wat meer mogelijkheden in het spelen. Maar het verandert qua uiterlijk niet heel veel. Enkel welke kleuren naast elkaar komen te liggen.
Spelers vergeten eigenlijk direct wat het thema is als ze beginnen met spelen. In plaats daarvan duiken ze meteen het spel in. Maar dat komt juist ook wel door de mooie stenen. Ze voelen uitstekend in de handen, hebben een mooie glans en maken een heerlijk geluid. Dat laatste is belangrijker dan je denkt, omdat je moet grabbelen in een zak en de stenen in een toren mag mieteren. Het geklater maakt dat een veel leukere bezigheid dan mogelijk hoort te zijn. Hier zijn fans natuurlijk al aan gewend geraakt met de eerdere twee delen, maar voor nieuwkomers is het een bijzonder welkome verrassing.
Het is daarom wel wat jammer dat de afwerking niet altijd top is. De spelersborden van Azul: Zomerpaviljoen zijn prima, maar het bonusbord niet. Qua uiterlijk is het van vergelijkbare kwaliteit, maar het is een slap bordje. Het voelt bijna aan als een vel papier. En de spelerskleuren zijn ook teleurstellend: wit, zwart, grijs en beige. Dit staat in contrast met de kleurrijke tegels waar het spel om draait. Gelukkig komen deze onderdelen nooit op de voorgrond. Desalniettemin had het zeker beter gekund.
Maar genoeg over het uiterlijk, laten we naar het spel zelf gaan kijken. Azul: Zomerpaviljoen is een draftingspel waarbij spelers tegels vergaren en op hun bord plaatsen. Het spel is verdeeld in zes rondes, die elk verdeeld zijn in twee fases. Eerst is er de draftingfase. Dan de bouwfase. Tijdens het draften kijken spelers naar de schijven op de tafel. Je selecteert een schijf en neemt dan alle tegels van een kleur. De rest wordt naar het midden geschoven. Het midden fungeert eigenlijk hetzelfde als een schijf, maar daar komt steeds meer in. Als alle tegels gepakt zijn eindigt de draftingfase. Het is, zeker in de eerste paar rondes, vooral zaak zoveel mogelijk tegels te vergaren. Richt je daarom op schijven waar je meerdere tegels opraapt van dezelfde kleur.
Tijdens de bouwfase moeten spelers één voor één een tegel op hun borden plaatsen. Dat doen zij door de aangegeven hoeveelheid tegels te verbruiken. Een van die tegels komt op het bord, de rest wordt in de toren gegooid. Omsingelen ze een zuil, standbeeld of raam op het bord, dan verkrijgt de speler wat extra tegels van het bonusbord, die ze in dezelfde fase nog mogen gebruiken. Vervolgens krijgen ze punten. Een tegel is een punt waard, plus een voor elke tegel die eraan verbonden is. Dat wil zeggen, elke tegel die ernaast ligt, alles dat daarnaast ligt enzovoort. Het is daarom zaak om tegels in Azul naast elkaar te plaatsen. Zo krijg je de meeste punten, maar ondertussen wil je ook bonustegels vergaren.
Deze regels klinken misschien een beetje saai, maar dat is Azul zeker niet. Spelers moeten goed nadenken over welke tegels ze kiezen. De afgelegde tegels in het midden zijn daarbij een belangrijke factor. Als je driemaal rood pakt van een schijf komt er misschien een vierde blauw in het midden. Dat maakt iemand anders’ beurt wel erg krachtig, maar jij hebt zelf niet zoveel aan blauw. Misschien is het dan toch verstandiger om die twee paarse tegels te pakken. Nog een belangrijke regel is dat tegels die je niet gebruikt vier minpunten per stuk opleveren. Dit gebeurt pas echt in de laatste en misschien een-na-laatste ronde. Maar het kan wel flink aantikken. Slimme spelers maken misbruik van deze regel. Ze houden hun tegenstander nauwlettend in de gaten en forceren ze iets te pakken waar ze niets mee kunnen.
Voor Azul-veteranen klinkt dit grotendeels bekend in de oren. De bonustegels zijn nieuw, maar de rest is soort van hetzelfde. Zomerpaviljoen heeft ook jokertegels geïntroduceerd. Elke ronde verandert welke tegel de bonuskleur is. Deze mogen als elke kleur ingezet worden, maar ze mogen niet gekozen worden tijdens de draftingfase. In plaats daarvan mag een speler een van de schijf (of het midden) pakken, bovenop de tegels die hij wel kiest. Daar komt bovenop dat je vier tegels mag bewaren voor de volgende ronde. Slimme spelers slaan daarom alvast vier tegels in die de volgende ronde de bonuskleur zijn. Dit voegt een extra laag aan strategie toe die het spel net even iets beter laat schijnen dan zijn voorgangers.
Nog een leuke bonus is dat Azul: Zomerpaviljoen geen woorden bevat. Als gevolg is het geheel onafhankelijk van taal. Als je de regels maar uitlegt kan dit gespeeld worden met je Spaanse vrienden en je tante uit Amerika die alleen Engels spreekt. Dit is altijd een erg welkome bonus voor bordspellen. Ook zijn de regels erg simpel om uit te leggen en om te leren. Na de eerste twee beurten van de eerste fase heeft iedereen het spel door. En ondanks dat zijn er genoeg strategische keuzes waar spelers echt even over na moeten denken. Tenslotte zorgt het uitstekende ontwerp ervoor dat het spel leuk is met alle spelersaantallen, of je het nu met twee, drie of vier spelers speelt. Dit is iets waar veel andere spellen tegenop lopen, maar Zomerpaviljoen lijdt er helemaal niet onder.
Azul: Zomerpaviljoen is een uitstekend spel met schitterende spelonderdelen. Het is simpel om te leren, maar heeft toch veel strategische diepgang. Ook is het taalonafhankelijk en is het leuk met alle spelersaantallen. Helaas zijn niet alle spelonderdelen van dezelfde kwaliteit, maar dit gebrek wordt toch goedgemaakt door de kwaliteit van het spel en de pracht van de stukken die wel mooi zijn uitgewerkt. Als je een versie van Azul zou halen, raden wij Zomerpaviljoen aan.