review
Imperial Settlers: Empires of the North
Conclusie
Imperial Settlers: Empires of the North is eigenlijk op zijn leukst met twee spelers. Dan kunnen spelers elkaar trachten te slim af te zijn en leuke zetten maken. Met meer spelers ben je gauw het overzicht kwijt. De vormgeving is soms een beetje onhandig, maar het zogt wel voor een aangename, vrolijke sfeer!Het is nog steeds de maand van Imperial Settlers en zoals beloofd krijgen jullie van ons een review van Imperial Settlers: Empires of the North. Door ijs en sneeuw hebben wij ons een weg gebaand om te kijken of het spel wat is. De conclusie lees je in deze review.
Empires of the North heeft meer complexiteit dan je in eerste instantie zou zeggen als je gewoon naar de doos kijkt. Begrijp ons niet verkeerd, na een paar rondjes weet iedereen hoe het spel in elkaar zit, maar de doos wekt de suggestie dat het gemaakt is voor kinderen. Als jouw kind houdt van bordspellen is de kans groot dat hij zich prima kan vermaken met Empires, maar beginnende spelers zullen er wel even voor terug deinzen. Het is meer gemaakt voor bordspelliefhebbers die al een beetje ervaring hebben in de hobby. Iemand die iets tussen een beginner en een veteraan is, dat is waar dit spel op is gericht.
In Imperial Settlers: Empires of the North strijden zes clans om het net ontdekte Noorden te veroveren. Dit doen zij door hun rijken op te bouwen, door te plunderen en door gebieden te veroveren. Spelers vallen elkaar aan in de hoop hun tegenstanders genoeg te vertragen, terwijl ze bikkelen om een goed werkende economie op te bouwen. Het is echter lang niet zo moorddadig als het klinkt. Empires of the North heeft juist een heel erg vrolijke sfeer door de aangename tekeningen en leuke grondstofmeeples. De vormgeving is schitterend en dat gaat zelfs zo ver als de inlay. De inhoud van de doos is zo opgebouwd dat je zo een plateau met alle grondstoffen eruit tilt. Dat scheelt in opzet-en opruimtijd. Een simpel dingetje als dit kan toch een glimlach naar een bordspelfanaat brengen!
Tegelijkertijd zit het thema er niet al te diep in. Spelers vergeten al gauw dat ze een van de twee Inuit-stammen spelen, of een Viking-clan. Ze zijn simpelweg kaarten op tafel aan het leggen om een machine te bouwen. De afbeeldingen zijn leuk, maar ze leiden niet af van het spel. Ook is Empires of the North niet onlosmakelijk van zijn thema. Het is gewoon prettig aanwezig als het je aanspreekt.
Wat wel een beetje onhandig is aan de vormgeving, is dat het niet echt duidelijk is welke bootjes bij welke clan horen. Omdat elk volk twee stammen heeft is het onduidelijk welke van de twee je hoort te hebben. Meestal is dat geen probleem, maar een van de Viking-clans kan meer bootjes krijgen. Tenzij je van tevoren weet welke dat is, kan het wel eens voorkomen dat je tijdens het spel van bootjes moet wisselen. Dit had bijvoorbeeld opgelost kunnen worden door zes kleuren in de doos te stoppen en elke kleur aan een clan toe te wijzen, in plaats van vier kleuren die los van de clan gekozen worden.
Maar wat ben je dan eigenlijk aan het doen in Imperial Settlers: Empires of the North? Nou, spelers proberen zoveel mogelijk kaarten uit hun hand toe te voegen aan hun rijk door de bouwkosten te betalen en ze op tafel te leggen. Elke kaart in hun rijk is namelijk een punt waard. Bovendien zullen veel kaarten een effect hebben die ze kunnen gebruiken als de kaart eenmaal gebouwd is. Zodoende bouw je een machine op en kunnen spelers gedurende het spel steeds meer acties uitvoeren. Maar pas wel op, want een tegenstander kan jouw gebouwen aanvallen om ze onbruikbaar te maken voor de rest van de ronde. En als je per sé dat ene eiland wil veroveren moet je gauw een bootje die kant op sturen, anders gaat iemand anders ermee vandoor.
Met twee spelers kan Empires best een gemeen spelletje zijn. Wij raden ook eigenlijk aan om naast elkaar te spelen in plaats van tegenover elkaar. Dan kunnen jullie veel gemakkelijker volgen wat je tegenstanders aan het doen zijn. Zo hebben spelers meer grip op de strategie van hun tegenstanders, waardoor ze misschien weten wanneer ze een gebouw aan willen vallen. Met meer deelnemers raak je het overzicht gauw kwijt, waardoor het een beetje solitair wordt. Iedereen doet dan zijn eigen ding. Pas na afloop zullen spelers van hun speelveld op kijken om te zien wie er nou gewonnen heeft. Daar is niets mis mee, en Empires op deze manier spelen is nog steeds een prima spelletje. Het echte speelplezier ligt echter in de competitieve aard. Wij raden daarom aan om het met twee, misschien drie spelers te spelen.
Empires wordt namelijk echt mooi als je je tegenstanders nauwlettend in de gaten houdt. Elke clan heeft zijn eigen deckje met kaarten en elk deck werkt anders. Spelers leren dus hun eigen strategie en die van hun tegenstander tegelijkertijd kennen. Als je je tegenstander te slim af bent en op het perfecte moment een van zijn gebouwen aanvalt geeft dat een prachtig gevoel. Tegelijkertijd kunnen spelers er ook voor kiezen helemaal niet aan te vallen, zodat ze grondstoffen over hebben om eilanden te veroveren. Grondstoffen zijn namelijk aardig schaars, dus je moet er voorzichtig mee om gaan. Empires of the North is een spel van afwegingen, timing en risico’s. En er is geen beter gevoel dan als alles precies gaat zoals jij wil.
Imperial Settlers: Empires of the North is leuk vormgegeven met vrolijke afbeeldingen en mooie grondstofmeeples. Ook is het een intrigerend spel waarbij spelers voorzichtig een plan kunnen opstellen, of gewoon maar wat kunnen doen en zien waar ze uitkomen. Wel is het echt beter met twee spelers, omdat het met meer gauw te chaotisch wordt. Ook was het handiger geweest als elke clan zijn eigen kleur had.
Ben je benieuwd naar Imperial Settlers: Empires of the North, maar wil je het uitproberen voor je het aanschaft? Kom dan zaterdag 22 februari met ons spelen in bordspelwinkel en café Paaprika in Zutphen! Empires is daar ook te koop, dus je kan er meteen een kopie van mee naar huis nemen.