Doorgaan naar artikel
Een terugblik op de allereerste Diablo
Rutger Engel
Rutger Engel
Hoofdredacteur
Profiel

Het is alweer tijden geleden dat de allereerste Diablo verscheen, in 1996 om precies te zijn. Als klein jongetje ging ik door de kerkers van Tristam om het duistere mysterie te ontrafelen. In het tweede niveau zocht ik dan altijd The Butcher, een verschrikkelijke slager die een boel lijken in zijn kamer had hangen. Hij begroette me met de inmiddels beroemde zin ‘Ah, fresh meat!’ en zo wist ik dat ik hem gevonden had. Diablo is niet alleen voor veel mensen nostalgisch, het was ook het begin van een gamereeks die een heel genre met zich mee zou brengen. Diablo II was nog veel groter dan het eerste deel en vandaag de dag spelen elke dag nog enorm veel mensen Diablo III. Daarnaast is ook Path of Exile, een Diablo-kloon die vooral veel lijkt op het tweede deel, razendpopulair. Sinds kort is de allereerste Diablo voor het eerst digitaal verkrijgbaar dankzij een samenwerking tussen Blizzard en webwinkel GOG. Tijd om eens te kijken hoe het vandaag de dag speelt.

Meteen valt op hoe traag Diablo is. In het tweede deel kan je afwisselen tussen wandelen en rennen en in Diablo III ren je altijd standaard, maar hier word je gedwongen altijd te wandelen. Zo wandel je het dorpje binnen en raak je aan de praat met een paar van de inwoners. Allemaal vertellen ze je wel iets over wat er mis is en het gevoel van onheil wordt al heel snel groot. Omdat de graphics in 1996 nog niet zo spetterend waren, moest de lugubere en duistere sfeer vooral komen van de tekst en de personen en dat staat nog steeds als een huis overeind. Net zoals vroeger raken we weer bang om onze eerste stappen in de kerkers van Tristram te zetten.

Zodra we dat doen, merken we dat het langzame wandelen al niet meer zo’n punt is. Vijanden komen bijvoorbeeld ook sneller op je afgelopen en de levels zijn niet zo enorm groot, dus het valt allemaal prima te doen. Wat wel moeilijk is, is hoe weinig vergevend de game is! Diablo III is eigenlijk een heerlijk rustig spel waar je je niet altijd al te veel zorgen hoeft te maken: je hebt eindeloos veel drankjes om jezelf te genezen en je mana, waarmee je spreuken gebruikt, krijg je snel weer terug. In Diablo heb je niet bepaald eindeloos veel drankjes. Sterker nog: ze zijn met name in het begin vrij schaars en je krijgt je levenspunten of je mana niet vanzelf terug. Als gevolg daarvan gaan we dood en merken we nog iets dat we vergeten waren: de game gooit je naar het hoofdscherm als je doodgaat en tenzij je recent hebt opgeslagen, moet je een flink stukje opnieuw spelen.

Keihard is het en zelfs met regelmatig opslaan merk je dat het mogelijk is om bijna vast te zitten als je niet voorzichtig genoeg speelt. Ben je ver in het spel en heb je niet genoeg drankjes meer en geen geld om nieuwe te kopen? Dan kan het zomaar dat de beste manier van handelen is om het spel opnieuw te beginnen met een nieuw personage. Dit kan ook gebeuren omdat bepaalde eindbazen gewoon enorm sterk zijn tegen het soort personage dat jij hebt opgebouwd. Het enige wat je kan doen is het onthouden en ervoor zorgen dat je de volgende keer beter voorbereid bent.

Dit, in combinatie met de wat tragere actie, doet ervoor zorgen dat Diablo bijna aan gaat voelen als een soort Roguelike, iets dat in 1996 nog niet bestond, waarbij je goed moet nadenken over je handelingen. Vandaag de dag draaien dit type actie-RPG’s meer om snelle actie en het eindeloos verzamelen van loot.

Het is vooral grappig om te zien dat het originele spel dat een heel genre heeft voortgebracht, eigenlijk weinig draaide om de dingen die het genre nu populair maken. We zouden ons niet verbazen als de nieuwere spelers, die de originele Diablo nooit hebben gespeeld en wel Diablo III of Path of Exile spelen, het niet lang uit zouden houden. We zijn in ieder geval blij dat we dankzij GOG een kans hebben gekregen om deze klassieke slachtpartij opnieuw te beleven. We zien je in Tristram!