Doorgaan naar artikel
Impressie: Nintendo Labo-workshop
Joost Klein Middelink
Joost Klein Middelink
Gameredacteur / Bordspellenredactiemanager / Eventmanager
Profiel

Conclusie

Nintendo Labo lijkt vooralsnog erg gefocust op kinderen en liefhebbers van knutselen. Het materiaal is kwalitatief beter dan verwacht en de software is vermakelijk maar simpel. De vraag is echter hoe lang het interessant blijft voor de gemiddelde speler. Het ademt wel de standaard Nintendo-magie.

Op 17 maart mochten wij bij het Science Museum NEMO in Amsterdam aan de slag met de Nintendo Labo-workshop. Zo konden wij spelen met alle kartonnen bouwsels, genaamd Toy-Cons, die op 27 april uitkomen voor de Nintendo Switch. Samen met een hoop ouders en kinderen kregen we een korte introductie over wat Nintendo Labo is en vervolgens werd ons verteld hoe onze dag eruit zou komen te zien.

Eerst kregen wij de kans om onze eigen modelauto te bouwen en te versieren. Tijdens het bouwen blijkt al snel dat het karton van degelijke kwaliteit is en de bouwdelen makkelijk uit te drukken zijn. Waar wij eerst onze twijfels hadden over de stevigheid van het karton, kunnen wij nu zeggen dat dit beter is dan wij dachten. Nog steeds is het kwetsbaar, maar het kan waarschijnlijk de gemiddelde mishandeling wel overleven. Inmiddels is ons autootje af en rijdt het rond, niet helemaal recht, maar dat is volgens Nintendo normaal. Wat ons verraste tijdens de Nintendo Labo-workshop, was dat de sensoren in de rechter Joy-Con beter zijn dan verwacht. Er zit daarbij een infrarood-sensor in, waardoor het ook in het donker werkt. Ook bevat deze Joy-Con een hittesensor waardoor er thermisch beeld zichtbaar is. Dit werd in deze software niet gebruikt, maar zal in de toekomst ongetwijfeld gebruikt worden.

Nintendo Labo-trailers

Na het bouwen, mochten we rondlopen om alle andere pakketten uit te proberen. Na gespeeld te hebben met het huis en de hengel kwamen toch wat nadelen naar boven. Zo is het draaiende onderdeel van de hengel erg stevig, terwijl die van het huis erg zwak en onprofessioneel aanvoelde. Ook is de gameplay van beide pakketten erg basaal. Na slechts tien minuten met het huis te hebben gespeeld, hadden we alle minigames al gedaan en al een hoop ontdekt. Bij de hengel is er letterlijk niks anders dan vissen vangen. Gelukkig hebben beide onderdelen wel wat kleine uitdagingen om de speelduur te verlengen. Het is echter wel duidelijk dat je niet snel lange speelsessies met deze onderdelen zult hebben.

De piano en de motor bieden iets meer diepgang qua gameplay, maar ook dit blijft erg simpel. Bij de piano kun je met vier verschillende fragmenten muziek maken. Ook is de studio te gebruiken om je muziek op te nemen. Hiermee kun je meerdere stukken inspelen die samen een geheel vormen. Dit nodigt uit om creatief te zijn en kan lang interessant blijven voor de liefhebber. De motor biedt van deze vijf onderdelen het meeste ‘game’ voor je geld, want dit heeft iets weg van Mario Kart. Terwijl je verschillende levels afgaat in afwisselende snelheden moet je bewegen met het stuur, maar ook met je lichaam. Dit in combinatie met dat je de motor start zoals een echte motor, gaf ons heel lichtelijk het gevoel oprecht een motor te besturen.

Nintendo Labo-workshop

Als laatste van de Nintendo Labo-workshop hebben wij ook nog het Robot-pakket geprobeerd. Terwijl wij in het het pak werden gehesen, werd ons de besturing uitgelegd. Dit is niet een spel dat je kort doet, aangezien het aantrekken van het geheel al een paar minuten duurde. Eenmaal klaar, mochten we een stad verwoesten als grote robot. Het voortbewegen en alle acties die wij konden doen vroegen fysieke beweging. Om te lopen moet je je voeten stampen, om te slaan moet je ook slaan en wil je transformeren in een auto, dan moet je op je knieën zitten. Het is zeker een intuïtieve manier om te spelen, maar kan snel vermoeiend zijn. Ook dient de afstand van armen en voeten per persoon opnieuw ingesteld te worden. Zodoende kost het erg veel moeite voordat je kunt spelen, maar het is wel het leukste spel wat wij deden.

Voordat we weggingen, leerden wij ook wat je kunt doen met de Nintendo Labo-werkplaats. Dit heeft zeker potentie omdat dit in de basis kinderen en andere geïnteresseerden leert programmeren. Hier kun je namelijk de Joy-Cons, de Switch zelf en allerlei andere spullen gebruiken om je eigen ‘spellen’ te maken. Zo kun je bijvoorbeeld instellen dat de Joy-Cons trillen zodra je een knop indrukt, of ervoor zorgen dat het scherm tien seconden oplicht, nadat je vijf keer met de controller zwaait. Zo zijn de bestaande Toy-Cons ineens op een hele andere manier te gebruiken. Dit nodigt mensen uit om zelf met leuke ideeën te komen. Nintendo vertelde ons dat deze ontwerpen online gedeeld kunnen worden, waardoor er een grote community kan ontstaan. Dit deed ons erg denken aan Super Mario Maker. Toch blijven de toepassingen simpel, waardoor de mogelijkheden niet eindeloos zijn, maar zeker uitgebreid genoeg.

Al met al heeft Nintendo Labo zeker potentie om kinderen en volwassenen die houden van knutselen en ontdekken lang te vermaken. De Nintendo Labo-workshop heeft een hoop twijfel en speculatie weggenomen. De Toy-Cons zijn grappig en het samen ontdekken met een kind is erg leuk. Het leren hoe alle Toy-Cons werken om vervolgens een eigen idee toe te passen, is ook erg uniek. Echter kan een gamer die uitgebreide avonturen verwacht beter elders kijken.