review
The Assassin
Conclusie
The Assassin is geen typisch actieavontuur. De film toont diepgang, die zich langzaamaan weet te ontpoppen. Er wordt veel van de kijker gevraagd, maar wie zich bij de trage pas kan aansluiten wordt getrakteerd op een visueel juweeltje.Regisseur Hou Hsiao-Hsien wordt ook wel één van de grondleggers van de nieuwe Taiwanese cinema genoemd, in The Assassin bewijst hij weer waarom. De langgerekte scènes ontwikkelen zich tot een film met een episodische opbouw, die veel aandacht en concentratie vraagt.
The Assassin speelt zich af in de 9e eeuw in China, tijdens de Tang-dynastie. De film volgt Nie Yinniang, wie op tienjarige leeftijd is weggerukt van haar familie door een non, die haar traint tot een topmoordenares. Om haar training te voltooien, wordt ze teruggestuurd naar haar geboorteland om haar eerste liefde, een groot militair leider, te doden.
Hoewel deze beschrijving gemakkelijk in een actiedrama te plaatsen valt, is de film verre van. De actie is beperkt gehouden en tart, wanneer deze getoond wordt, alle natuurwetten, waardoor het meer op een dans lijkt. Hoewel geweld zich heeft vervlochten met het dagelijks leven van Yinniang, toont de film geen bloed of verwondingen. Het is smaakvol, haast tot kunst verheven, om een gewelddadig verhaal zo esthetisch neer te zetten.
En daar kenmerkt Hsiao-Hsien zich dan ook wel in. Hij presenteert een verhaal en weet de pure emotie ervan bloot te leggen. Want dat is wat elk goed verhaal motiveert, toch? Emotie. We volgen hier niet het verhaal van een getrainde killer, maar van een jonge vrouw die in conflict is met zichzelf. Subtiel wordt het verhaal zich geopenbaard, gepaard met prachtige camerabeelden. De film beweegt zich traag; Hsiao-Hsien maakt het zich eigen om scènes erg lang te rekken. Echter maakt dit niet uit, omdat er altijd wel iets te bekijken valt. Stilistisch is The Assassin een prachtig, uitbundig schilderij; de set designs en kostuums zijn zo fijn en kleurig dat je mond ervan openvalt. Zelfs wanneer de film zich afwendt van de rijke klasse en Chinese overdaad, wordt de kijker getrakteerd op prachtige natuurbeelden van het Chinese landschap.
Dit brengt natuurlijk wel als keerzijde dat de traagheid de gehele film voortsukkelt. Dit comprimeert het verhaal een beetje: hoe mooi de langgerekte scènes ook zijn, na verloop van tijd vraagt het meer aandacht dan het verhaal en ben je als kijker al snel verloren. Hier lijkt Hsiao-Hsien bewust voor te hebben gekozen. Hij heeft het plot rustig en simpel gehouden, zodat hij de vorm van de film zwaarder kon laten gelden. Dit uit zich in een smaakvolle, maar simpele film, verpakt als een waar visueel kunstwerk.