nieuws
Verslag: Day of Terror – Imagine Film Festival
Deze week worden horror-, sciencefiction- en fantasyliefhebbers op hun wenken bediend tijdens het Imagine Film Festival, het hoofdstedelijke festival voor de fantastische film. Een vast onderdeel van de programmering is de beruchte Night of Terror, een horrormarathon in het holst van de nacht waarbij het gedrag van de bezoekers minstens zo angstaanjagend is als de films zelf: zo wordt elk vrouwelijk personage steevast voor hoer uitgemaakt en mag de gastbioscoop van geluk spreken als er na afloop nog enkele stoelen overeind staan.
Voor wie echter ook nog interesse heeft in de films zelf heeft Imagine dit jaar de Day of Terror in het leven geroepen. Het programma is hetzelfde, maar zonder de anonimiteit van de nacht houdt de gemiddelde bioscoopganger zich koest. Professioneel als ze zijn, consumeren redacteurs Rick en Daniël hun films bij voorkeur in opperste concentratie, dus togen zij op zondag 12 april naar EYE voor de eerste overdageditie. Dat ze stiekem een beetje bang zijn voor spreekkoren en baldadige medebezoekers laten ze bij voorkeur onvermeld.
Op het programma staan vier zeer uiteenlopende films – zowel wat kwaliteit als wat toon betreft. De opener, de Australische horrorkomedie Wyrmwood, past het beste bij het beeld dat we van de Night/Day of Terror hadden: geen pretenties, geen subtiliteiten, maar alle registers open en knallen. Het verhaal is niet bijster origineel (een komeet die mensen in zombies verandert, een mysterieus overheidsorgaan dat proeven uitvoert op de geïnfecteerden), dus de Aussies moeten het hebben van hun ballen en relativeringsvermogen. Met veel geschiet en gevloek is Wyrmwood een vrolijke no-brainer die ook overdag de zaal in de goede sfeer brengt.
Na het hectische downundergeweld is From the Dark echter opvallend eenvoudig en rechtlijnig. In een typisch Brits Midsomer Murders-achtig landschap krijgt een stelletje autopech en zoeken ze hulp bij een nabijgelegen boerderijtje. De heer des huizes wordt laveloos en met een flinke jaap in zijn nek aangetroffen en ondanks de pogingen van het koppel om hem te helpen worden ze op zijn zachtst gezegd niet bepaald gastvrij onthaald. Het leeuwendeel van de film is letterlijk een kat-en-muisspelletje tussen licht en donker, daar de ondode wezens verstenen als ze te lang aan een lichtbron worden blootgesteld. Door dit simpele gegeven verschuiven de machtsverhoudingen constant en in hoog tempo en met Niamh Algar is de horrorwereld een sympathieke en stoere heldin rijker. Hoewel eenvoudig, elegant en effectief, verliest de film soms kracht door het stomme geknor en de grime van de monsters – als silhouet in de mist zijn ze veel krachtiger. Desondanks verstaat Conor McMahon de kunst om met weinig middelen een prettige horrorervaring neer te zetten.
Waar Wyrmwood en From the Dark de zaal nauwelijks voor de helft wisten te vullen, was het bij It Follows een flinke klus om een redelijke plek te bemachtigen. De film reist al een klein jaar de internationale festivals af en wordt nu al aangekondigd als nieuwe horrorklassieker. De verwachtingen waren hoog, maar het oordeel is unaniem: de tweede film van David Robert Mitchell maakt zijn reputatie absoluut waar.
Een geest teistert tieners, totdat het slachtoffer seks heeft en het bovennatuurlijke wezen overspringt naar de bedpartner. Hoe puberaal het gegeven van een seksueel overdraagbaar spook ook klinkt, de film is stijlvol, spannend en uiterst creatief, ook al leunt het sterk op de horrorklassiekers van onder andere Carpenter en Da Palma. De surreële, ongeaffecteerde kwelgeesten doen aan de hotelgasten van The Shining denken. De langzame camerabewegingen zijn hypnotiserend en benauwend, de horror is verwarrend en nergens schreeuwerig. Een slimme keuze van de makers is dat de geest zich manifesteert als een min of meer gewoon persoon, dat in alle rust op het slachtoffer af komt gelopen. De grens tussen geest en sterveling wordt zo ook voor de toeschouwer onduidelijk.
De unieke sfeer wordt versterkt door de prachtig eenvoudige synthesizermuziek van Disasterpeace, die sterk doet denken aan de zelfgeschreven soundtracks van John Carpenter. Vaak bestaat de soundtrack alleen uit synthesizerakkoorden en -drones, wat op een of andere manier zowel berusting als dreiging in zich herbergt. Hetzelfde geldt voor het kleine spel van de jeugdige acteurs, in het bijzonder van hoofdrolspeelster Maika Monroe, die haar rol met grote beheersing vervult.
Na al dit moois is hekkensluiter Reversal een enorme sof. In deze film ontsnapt een gekidnapte jongedame en dwingt ze haar kidnapper om zijn andere slachtoffers te bevrijden. Konden we net zwelgen in langzame, dreigende beelden, nu lijkt geen enkel shot langer dan een seconde te duren. Dan wordt het namelijk versneden door oeverloos terugkerende flashbacks en vage herinneringen. Het montagegeweld kan de mateloze sufheid helaas niet verbloemen. Laten we deze dus maar snel vergeten en It Follows beschouwen als beeldschone afsluiter van een fijn programma.