nieuws
Vriendschap in oorlogstijd: een interview met Loek Peters
Oorlogsgeheimen, de nieuwe film van Dennis Bots is vanaf 3 juli overal in Nederland te zien. Het is een verfilming van het gelijknamige boek van Jacques Vriens. Redacteur Rosa was uitgenodigd voor de persdag van Oorlogsgeheimen en sprak daar met Loek Peters (Penoza, Achtste Groepers Huilen Niet, Het Echte Leven). Hij speelt een verzetsheld en de vader van één van de hoofdpersonen.
Op welke manier heb je je op deze rol voorbereid?
Eigenlijk bereid ik me op elke rol hetzelfde voor: ik ga uit van de mens. Ik speel een mens, dus niet een beroep, een tijdsbeeld of een verzetsheld. Nee, ik speel de vader van Tuur. Ik heb dan voornamelijk gesprekken met de regisseur, met Dennis (Bots, red.), over hoe streng de vader bijvoorbeeld is. Of hoeveel de vader in zijn hoofd bezig is met wat hij wel en niet aan Tuur kan vertellen. Ik ben meer bezig met de beweegredenen van de mens, dan met een oorlogsverhaal.
Het is wel een andere rol dan je normaal vervult, heel anders dan bijvoorbeeld Berry uit Penoza of de hooligan uit Roffa.
Ja, klopt, voor Penoza of Roffa speel ik inderdaad vrij pittig. Maar in de vorige film van Dennis, Achtste Groepers Huilen Niet, waar ik een oncoloog speel, ben ik ook een hele lieve man. In Kauwboy ben ik dan niet zo’n hele aardige vader, maar ik heb als acteur het voordeel dat ik heel veel verschillende soorten karakters mag spelen. Dan hoef ik niet alleen maar die hele heftige rollen te spelen, dus niet alleen maar Berry, maar ook dit: een leuke, lieve man.
Heb je van te voren het boek Oorlogsgeheimen van Jacques Vriens gelezen?
Nee, ik had van tevoren het boek niet gelezen. Ik heb eerst het script gelezen en toen het boek.
Het script gaan we verfilmen, dus dat wil ik in eerste instantie gewoon in mijn hoofd hebben als verhaal. En niet het boek.
In welk opzicht is Oorlogsgeheimen een verrijking tussen de andere Nederlandse films over de Tweede Wereldoorlog?
Het is volgens mij de eerste film die zich in de oorlog afspeelt, waarin de kinderen de hoofdrol hebben. En het is een film die gaat over vriendschap, en zich afspeelt tegen de achtergrond van WOII. De oorlog heeft invloed op die vriendschap, maar het is niet een film die gaat óver oorlog. Het is een film over vriendschap. Dat maakt het ook echt een andere film en echt een verrijking. Ik denk dat de film daarom ook gemaakt moest worden. Het is niet nòg een Tweede Wereldoorlog-film; het is een film over jonge gastjes die vrienden zijn en opeens komt de oorlog in hun vriendschap.
Oorlogsgeheimen gaat over het al dan niet bewaren van geheimen. Wat is volgens jou het belangrijkst in een vriendschap? Dat je elkaar alles kan vertellen of juist ook geheimen voor elkaar kan bewaren?
Dat is een goeie vraag! In een goede vriendschap moet je elkaar alles kùnnen vertellen, maar ook niet alles hoeven vertellen. Het personage, de vader van Tuur, moet ter bescherming van zijn kind, een geheim voor hem hebben. Dat is al een heel tegenstrijdig gevoel. Het is niet zozeer dat je liegt, maar eigenlijk iets verzwijgt. Om iemand te kunnen beschermen.
Wordt in Oorlogsgeheimen niet juist duidelijk dat Tuur de geheimen best had kunnen weten? Uiteindelijk heeft hij veel zelf uitgevogeld.
Het dilemma waar de vader en moeder mee zitten is dat ze hem willen beschermen tegen de gruwelen van de oorlog. Als ouder bescherm je je kind liever ervoor dat hij alles zelf uitvogelt, en dat proberen de ouders in de film dan ook.
Worden kinderen dan niet onderschat in Oorlogsgeheimen? Uiteindelijk zijn het de kinderen die alles tot een goed einde brengen.
Ja, maar dat is vooral de vriendschap. Tuur kent de weg in de grot en helpt daarmee zijn familie. De vriendschap tussen die twee jongens loopt een deuk op door wat de ouders doen. Maar de kinderen overwinnen hun eigen vriendschap, ongeacht de oorlog en hun ouders. Tuur zegt in de film ook: ”Het maakt niet uit wat jullie vinden, Lambert is mijn beste vriend”. Het is dus het dilemma of we hem verbieden met Lambert om te gaan of de vriendschap in stand gehouden moet worden. Dat is de moeilijkheid van het karakter. De kinderen zoeken daar hun eigen weg in. Al is het natuurlijk weer een vrouw die daartussen komt, haha.
De film heeft een behoorlijk dubbel einde…
Het einde mag je nooit verklappen, haha. Toen ik het einde voor het eerst las in het script dacht ik: ”Holy shit, daar gaan we weer..”. Ook Achtste groepers huilen niet heeft niet het meest happy end, maar ook bij Oorlogsgeheimen wordt het niet mooier gemaakt dan het is. Ik vind dat heel sterk, daardoor wordt het ook geen kinder- of kleuterfilm. Er wordt ook niet groter geacteerd, ik acteer gewoon alsof ik in Penoza zit. Het is allemaal gewoon serious business, alleen de hoofdrolspelers zijn drie jonge kids.
Is het voor jou lastiger om met kinderen te spelen dan met volwassenen?
Nee, want de kids zijn bijzonder getalenteerd. Ik benader de kinderen gewoon als acteurs en collega’s en dat doen zij ook naar mij toe. Het is prima als je 10 of 12 jaar bent en je wil zo nodig meespelen in een film. Maar het is ook gewoon werk, dan moet je dus ook heel lang stil kunnen staan en dat is soms irritant. Maar als je dat niet wil, moet je maar niet bij een film gaan werken. Dus dat zeg ik dan ook. Nee, dat gaat helemaal prima.
Wat is volgens jou de moraal van Oorlogsgeheimen? De ultieme boodschap?
O jeetje, ja, dat weet ik niet. Ik denk dat het mooie eraan is: het is niet zo’n moralistische film. Al het goede en slechte van de mens zit erin en alle basale emoties die we hebben zitten erin. Ik denk dat als je het op de vriendschap van die kids bekijkt, dat hun vriendschap overwint. Ondanks hun jaloezie en alle andere emoties heeft de vriendschap overwonnen.