Doorgaan naar artikel
Column: Ik hou van Régine Chassagne
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Het nieuwe album van Arcade Fire verschijnt later dit jaar, geproduceerd door James Murphy. De band verzorgt tevens de muziek voor Spike Jonzes komende film Her. Het is de uitgelezen gelegenheid om deze geweldige band in het zonnetje te zetten.

Om Arcade Fire als ’theatraal’ te bestempelen is niet onterecht, maar het doet de grote, levendige groep niet geheel eer aan. De muziek is sentimenteel, maar theater impliceert overdrijving, iets waar Arcade Fire de handen niet aan vuil maakt. Vooral het rouwige debuut met gepaste titel, Funeral, uit 2004 heeft de emoties hoog zitten, mede dankzij frontman Win Butlers dramatische zang (gelijke delen emo en furore) en openhartige teksten. Nog meer wordt de muziek gekenmerkt door een vrijwel altijd abstract verzet tegen allerlei kwaden in onze samenleving, verpakt in metaforen van de slaap, de nacht of meer bijbelse vergelijkingen (in het tevens toepasselijk getitelde Neon Bible uit 2007). Win bekommert zich om de groeiende last van een kapitalistische samenleving, onherstelbare milieuvervuiling en individualisering, die op de schouders van de nieuwe generaties valt. Op zich zijn dit allerminst originele sentimenten. Woord voor woord zou het een heel scala aan andere bands kunnen omschrijven (zelfs Muse).

Arcade Fire staat echter ver van haar gelijken. De band onderscheidt zich door enthousiasme en integriteit, een gewilligheid om voor iets beters te vechten, zonder ooit laatdunkend of te bitter te worden. Er worden geen overdreven dystopische toekomstbeelden geschetst, de bombast dient de muziek op andere manieren dan alleen het expliciteren van de gevoelsbelevenis. Butlers directe teksten, soms intiem, soms duister (soms allebei) verliezen nooit de complexiteit uit het oog die de realiteit met zich meebrengt. De muziek, met name van het derde album The Suburbs, heeft veel weg van Bruce Springsteen: krachtige, meeslepende en haast militante arena-rock in een Amerikaanse traditie. Maar Arcade Fire kopieert niet klakkeloos deze werkwijze; de band past het toe op de problemen die hen, en hun luisteraars, nú aangaan. De muzikale traditie krijgt hierdoor opnieuw betekenis. Dit is geen blinde imitatie, geen culturele leenbuur. Bovenal is de muziek desalniettemin uniek.

Wie de band ooit live gezien heeft zal ongetwijfeld beamen hoe weergaloos energiek de optredens zijn. De achtkoppige (of meer) band staat met non-stop vol overgave te spelen, te dansen of te zingen. Win Butlers broer Will staat regelmatig op de helm op zijn kop te trommelen, of schreeuwt in een megafoon, of zwaait zijn instrument uitbundig heen en weer. De aandacht wordt echter telkens weer afgeleid, niet door de frontman, maar door zijn Haïtiaanse echtgenote en mede-oprichter van de band Régine Chassagne, die afwisselend zowel zang, als drums, piano, orgel, accordeon en de draailier (hurdy-gurdy in het Engels) voor haar rekening neemt.

Ook op plaat steelt Régine de show wanneer ze haar eigen nummers zingt, zoals het melancholieke ‘Haïti’, over haar tumultueuze afkomst, of het indrukwekkende ‘In the Backseat’, waarin ze zichzelf confronteert met haar rijangst. Aan het eind van het lange, maar indrukwekkende The Suburbs zit het beste nummer van het album (en de band) verborgen. De titel ‘ Sprawl II: Mountains Beyond Mountains’ klinkt als onderdeel van een progrock-suite; het nummer zelf wordt door synthesizers en een krachtige, iets trage beat voortgestuwd en bouwt in vijf minuten gestaag op. Na een album over twijfels over de keerzijde en het keurslijf van een volwassen bestaan, de nostalgie naar een probleemloze jeugd en andere, algemenere kwesties komt de aard van het beestje naar buiten. Het nummer beschrijft, ondanks de ontmoedigingen van buitenaf, dat kunst niet simpelweg een frivoliteit is: het is een onweerstaanbare drang van binnenuit, om gewoon het plezier in zelfexpressie te vinden. En dat somt precies de kern van de band op, van de sentimentaliteit tot de uitbundige, meeslepende optredens.

Bekijk ook de meesterlijke video voor het nummer, vol vervreemdende, gezichtsloze bandleden in de buitenwijken die in het album geschetst worden, en Régine in het middelpunt ervan, dansend op de muziek in allerlei stralende gewaden.

Ik kan zelf niet wachten op het nieuwe album.