nieuws
Recensie: Nono, het Zigzag Kind
Nono, het Zigzag Kind ging als eerste film in première op het Nederlands Film Festival. Hoewel dit misschien op het eerste gezicht niet speciaal is, is het toch ongebruikelijk voor een kinderfilm om deze aandacht te krijgen. Maar een film als Nono verdient dat, want wat kunnen wij Nederlanders toch goede kinderfilms maken.
Vincent Bal leverde een decennium geleden al een andere populaire kinderfilm af: Minoes. Nono is zeker een andere film, maar Bal behoudt het oog voor detail en de warmte van zijn vorige productie. Nono is een verfilming van het boek Het Zigzag Kind geschreven door de Israëliër David Grossman.
De appel valt niet ver van de boom
Nono (Thomas Simon) is de zoon van de beroemde inspecteur Jacob Feierberg. Hij wil niets liever dan net zoals zijn vader worden. Zijn moeder overleed toen hij nog jong was en naast een foto weet hij weinig van zijn moeder af. Na een incident op de bar mitswa van zijn neef wordt hij naar oom Sjmoel, een psychiater, gestuurd. Dit gebeurt ten tijden van zijn eigen bar mitswa. De reis naar oom Sjmoel lijkt allemaal in plan gezet als dekmantel voor het cadeau van zijn vader: Nono krijgt een avontuur cadeau. Na enige tijd blijkt het toch niet allemaal zo simpel in elkaar te zitten als Nono denkt.
[tube]https://www.youtube.com/watch?v=5ILHPaF26d0[/tube]
Internationale allure
De film leeft op door zijn enorme verscheidenheid aan internationale personage. De cast bestaat uit verschillende buitenlandse acteurs, zoals meesterdief Felix Glick (Burghart Klaussner) en Nono’s moeder Zohara (Camille de Pazzis). Het levert veel dialogen in een vreemde taal op. Daar komt echter wel een groot deel van de charme van de film vandaan. Nono het Zigzag Kind haalt zijn jeugdige kijkers nooit naar beneden: soms zal het niet gelijk duidelijk zijn voor kinderen wat er allemaal gebeurt, maar net zoals in de echte wereld hoeft niet alles voorgekauwd te worden. Deze houding tegenover kinderen zorgt er eveneens voor dat de film aantrekkelijk wordt voor volwassenen.
Hoog tempo
Bijkomend is dat locaties, personages en gebeurtenissen zich in rap tempo opvolgen. Hoewel dit de film goed doet in het begin, raakt het zichzelf langzaamaan kwijt tegen het einde. De puzzel rond het avontuur, dat dan inmiddels een zoektocht is geworden, begint met de minuut complexer te worden. Verbanden die door de kijker snel even gelegd worden om het verhaal nog volgbaar te maken blijken toch niet waar te zijn. Het laatste kwartier van de film laat de bioscoopbezoeker achter met vragen die nooit beantwoord worden.
Gelukkig weet Nono het Zigzag Kind voor dit minpunt genoeg te compenseren. Kleurrijke locaties, inhoudelijk goed ontwikkelde personages en uitmuntend acteerwerk zorgen voor een levendig verhaal. De allerkleinsten zullen misschien moeten afhaken doordat de film te ingewikkeld wordt, maar de avontuurlijke wereld van Nono zal bij jong en oud tot de verbeelding spreken.