nieuws
Preview: Total War: Warhammer
Het lijkt een match made in heaven: de fantasiewereld van Warhammer, vol van oorlog en strijd, en een gameserie die zichzelf Total War noemt. Toch stapten de twee nog nooit in het huwelijksbootje. Tot nu, want volgende week kunnen fans van beide series hun tanden zetten in Total War: Warhammer.
Met een donderend geraas klettert de machtige poort van de belegerde stad ineen. De aanvallende troepen stromen door de breuk in de vestingmuren de straten in, op zoek naar het centraal gelegen plein. Het is een scenario dat liefhebbers van de Total War-games ongetwijfeld al vaker hebben gezien. Dan komt er plotseling een gigantische trol aanwaggelen. Zwaaiend met een ontwortelde boom dreunt hij de kleine, geblikte soldaatjes van de Empire door de lucht. In de verte daalt een groteske zwarte draak neer, klaar om strijd te leveren met de verzamelde dwergmusketiers. Alle vergelijkingen met voorgaande delen uit de serie vervallen meteen. Het is duidelijk dat met de komst van Total War: Warhammer een frisse wind waait door de beproefde oorlogssimulator van het Britse The Creative Assembly.
Op het eerste gezicht zijn niet alle veranderingen evident. Het menu lijkt op dat van Rome 2 en Attila, evenals de opties die het biedt. Er zijn campagnes, snelle gevechten en er is een verscheidenheid aan multiplayer-modes. Wie echter een stap verder klikt en wordt gevraagd te kiezen uit één van de vier facties die ten tijde van release speelbaar zijn, waant zich in een totaal nieuwe game. Vier rassen; het klinkt niet als veel, zeker in vergelijking met de tientallen speelbare volkeren en naties uit de voorgaande titels. Waar die echter minimaal van elkaar verschilden, bieden de rassen in Warhammer elk totaal een andere spelervaring, waarbij de keuze tussen verschillende factieleiders nog een extra laag diepgang biedt. Deze leiders spelen als een soort supergeneraals; ze verdienen ervaringspunten, breiden hun wapenarsenaal uit en zijn in staat het tij van een gevecht te keren. Het is ontzettend gaaf om vampiergraaf Mannfred von Carstein op zijn draak neer te zien dalen op het slagveld, korte metten makend met de vijanden om hem heen, of om Keizer Franz van The Empire op zijn griffioen boven het strijdgewoel uit te zien stijgen.
Hoewel het raamwerk waarop het Warhammer-sausje is gegoten bekend en beproefd is, lijkt de game maar weinig op de voorgaande titels. Dit is mede te danken aan de humor die inherent is aan het nieuwe universum. De Orks met hun oost-Londense accent (rokkitboyz, big shootahs) en de pofbroeken en pluimmutsen van de Empire maken de sfeer lichter. De nieuwe units, waaronder Gyrocopters en Dragon Ogres, veranderen tevens de dynamiek waar spelers over de jaren gewend aan zijn geraakt. Het resultaat is een leerweg waarbij de speler zich aan het eind voelt als de regisseur van een nieuwe Lord of the Rings-film. Ook heeft de engine een flinke beurt gekregen: nog nooit zag oorlog er namelijk zo spectaculair uit in een spel. Wanneer de camera over de schouder van de eenheden mee het gevecht invliegt, zit je als speler op het puntje van je stoel.
Zijn er dan helemaal geen punten? Jawel, een paar, maar groot zijn ze niet. Zo is het spel op sommige vlakken wat versimpeld. Weg is de noodzaak om bestormingsuitrusting te bouwen. Wanneer een poppetje het bevel krijgt een muur te beklimmen tovert deze automatisch een ladder uit zijn zak. Ook zijn de belegeringsgevechten aangepast en is slechts een deel van de muur van de verdedigende stad te zien. Het zijn versimpelingen in een game die deze niet nodig had. Ze zijn echter ook snel vergeten wanneer de speler inzoomt op de stijd en tot in detail (de graphics zijn nog nooit zo mooi geweest) kan toezien hoe een Demon een Ork in stukken scheurt.
Nog nooit zette de Total War-games stappen buiten de geschiedenisboeken. Meer dan vijftien jaar lang bestond het digitale strijdtoneel uit ridders en hoplieten, trouw aan het verleden. Nu is daar echter Warhammer en het verdient een ontzettend grote pluim dat deze verandering van setting al in de eerste uren van de game aanvoelt als één van de beste keuzes die ontwikkelaar The Creative Assembly ooit maakte.